"Grenzen aan genezen'
07 Juni 2025

Ik ben op bezoek in Gasthuisberg bij verpleegkundige Greet De Cock en longarts/intensivist Philippe Meersseman. Samen schreven ze ‘Grenzen aan genezen’.
Waarom schrijven een Intensivist en een verpleegkundige samen een boek?
Greet: We kenden elkaar niet. Ik hoorde Philippe voor het eerst tijdens de evaluatie van de coronacrisis in ons ziekenhuis Gasthuisberg en herkende me volledig in zijn verhaal.
Philippe: Tijdens covid moesten we keuzes maken. Tijdrovende administratie viel weg, patiënten dachten mee. Ik was hoopvol en verwachtte na corona een andere zorg. Maar we vielen terug in het oude patroon. Ik heb als longarts gekozen voor intensieve zorgen. Door de technologische evolutie kunnen we steeds meer mensen redden. Maar de slinger is doorgeslagen, het lijkt of mensen niet meer mogen sterven. Steeds vaker zie ik op mijn dienst patiënten die ik geen kwaliteit van leven meer kan bieden.
Greet: Morgen moeten we met minder zorgverleners meer zorgnoden beantwoorden. Dat betekent keuzes maken. Er zijn organisatorische grenzen maar ook de bezorgdheid voor de levenskwaliteit en waardigheid van mensen. Vandaag stel ik verpleegtechnische handelingen terwijl ik denk: ’lieve mensen, ga naar huis en geniet samen van de laatste weken of maanden.’ Philippe deelt als arts dezelfde bezorgdheid, dus ben ik bij hem gaan aankloppen met de vraag om samen hierover te getuigen in een boek.
Philippe: Ik maak me grote zorgen over de groeiende afstand tussen zorgvragers en zorgverleners. Vertrouwen, zo belangrijk is in een zorgrelatie, is steeds vaker zoek.
De bol.com mentaliteit dringt steeds meer door in de zorg: “Ik betaal hiervoor en ik wil deze zorg hier en nu!” Ik heb de slinger zien doorslaan van de arts beslist (wat niet oké was) naar de patiënt die eist (wat niet houdbaar is). Zorgverleners dreigen af te haken, terwijl we ze broodnodig hebben. De groeiende spanning tussen vraag en aanbod maakt dat we evolueren naar een elitaire zorg. Wie kan betalen, wordt eerst geholpen.
Omgekeerd klagen patiënten over zinloze onderzoeken of ingrepen ten koste van hun kwaliteit van leven.
Philippe: Therapeutische hardnekkigheid bestaat helaas nog altijd. De opleiding tot arts vertrekt te veel van genezen en behandelen. In alle opleidingen - en niet alleen in de opleidingen huisartsgeneeskunde of oncologie - moet meer aandacht zijn voor zorg aan het levenseinde. In de dagelijkse praktijk is de verleiding groot om de therapie aan te vatten of verder te zetten. Dit vraagt immers minder tijd dan een moeilijk gesprek over therapiebeperking.
Greet: Op mijn dienst werd een 83- jarige patiënt gevraagd of hij verder chemo wilde. De kans dat die zou aanslaan was klein. De man wou de kuur starten, zijn vrouw zou niet willen dat hij opgaf. Na een gesprek met beiden over de voor- en nadelen, beslisten ze om de behandeling stop te zetten. Het bracht hen rust. Een therapie niet starten of stoppen betekent trouwens niet dat de zorg stopt. We zetten volop in op de kwaliteit van de resterende levenstijd en van het levenseinde.
Het signaal van de patiënt die tijdens de zorg zegt: ‘ik wou dat ik niet meer wakker werd’, moeten we serieus nemen. Die informatie kan bepalend zijn voor de therapeutische beslissing. Helaas is er vaak geen tijd om dit tijdens het overleg in te brengen.
Philippe: De beslissing om niet (meer) te behandelen bij zeer kwetsbare patiënten met weinig levensverwachting, leidt niet alleen tot menselijkere zorg en een humaner afscheid, maar maakt ook middelen en mensen vrij voor andere patiënten die nog wel levensverwachting hebben. Moeten zorgverleners, vanuit hun expertise, de beslissing weer niet wat meer sturen? Ik merk dat de familie vaak opgelucht is als de arts de knoop doorhakt. Hiervoor is een respectvolle vertrouwensband cruciaal. Ik zie te vaak mensen op intensieve op het einde van hun leven. Andere beroepsgroepen die door de overheid gesubsidieerd worden, moeten hun daden verantwoorden. In een ziekenhuis moet niemand zich verantwoorden voor de dure reanimatie van iemand die geen kwaliteit van leven in vooruitzicht heeft.
De nieuwe generatie ouderen is meer bezig met het levenseinde en ‘vult papieren in’ met wensen over hun levenseinde.
Greet: We doen het voorstel om mensen van 75 aan te schrijven en uit te nodigen om met hun huisarts over vroegtijdige zorgplanning te praten. Een gesprek over wat de wensen, waarden en doelen zijn van de patiënt, hoe hij het levenseinde ziet. Het geeft ook de arts de gelegenheid om, los van een acuut probleem, rustig informatie over te brengen. Om het voor de huisarts haalbaar te maken, moet hij een aangepaste prestatie kunnen aanrekenen. De vroegtijdige zorgplanning krijgt een plaats in het medisch dossier en maakt voor elke zorgverlener duidelijk hoe de patiënt zijn zorgplanning ziet en welke interventies hij niet meer wil.
Philippe: Vaak worden oudere kwetsbare patiënten na een incident vanuit het woonzorgcentrum overgebracht naar de spoed, ook als in de vroegtijdige zorgplanning staat dat die niet meer naar een ziekenhuis wil. De oorzaak? Te weinig zorgverleners en expertise in de voorziening. Een oplossing kan zijn om met teams te werken die naar het woonzorgcentrum gaan om er het personeel te ondersteunen bij de acute zorg.
Greet: In enkele steden en gemeenten loopt een experimenteert met ‘gele brooddozen’. Ouderen bewaren die brooddoos in de koelkast met daarin medische gegevens zoals het medicatieschema, de contactpersonen en de geregistreerde wens van de patiënt inzake therapie en medisch ingrijpen. Op de voordeur vindt de hulpverlener een sticker met daarop.’ Hier vindt u een gele brooddoos’. We zoeken actief naar creatieve oplossingen om de wensen van de patiënt te kennen.
Hoe wordt het boek onthaald?
Greet: Verrassend goed! Zorgverleners herkennen ons verhaal en bevestigen dat de tijd rijp is om samen na te denken over de toekomst van onze zorg.
Philippe: We wilden het boek toegankelijk maken voor iedereen. Onlangs ontmoette ik een echtpaar dat dankzij ons boek, durfde praten over het levenseinde. Ze hebben hun wensen opgeschreven en gedeeld met hun arts en kinderen. Het voelde als een opluchting.
Zorgvragers, zorgverleners en beleid moeten samen, de zorg bijsturen. Het is vijf voor twaalf de druk op het systeem zal met de vergrijzing alleen maar toenemen. Een zorg die vertrekt van de kwaliteit en niet de kwantiteit van leven is de toekomst. Iedereen verdient zorgzaamheid tot het einde van het leven maar er zijn wel grenzen aan genezen.
CARUNA is een initiatief van de Christelijke mutualiteit, een breed debat over de toekomst van de zorg en hoe die sterk, toegankelijk en rechtvaardig kan blijven. GroenPlus discussieert op het nationaal bestuur van 12 juni mee over de stellingen die voorliggen op een congres op 22 november https://caruna.be
© Wingerd 364/ Mariella Claes - Vlaamse Ouderenraad
Mieke Vogels