Het voetpad voor de voetganger!
07 Juni 2025

Een goed voetpad is comfortabel, veilig en toegankelijk voor iedereen. Aan welke voorwaarden moet een kwaliteitsvol voetpad voldoen? Wat is gewenst en wat zegt de wet?
Om voldoende comfort te bieden dient een voetpad uiteraard breed genoeg te zijn. Binnen de bebouwde kom moet een voetpad minstens 1,5 meter breed zijn; behalve in straten die 9 meter of minder breed zijn.
Maar ook daar geldt een absolute minimumbreedte van 1 meter.
Naast de minimumbreedte van een voetpad, bepaalt de wet ook hoeveel ruimte mag ingenomen worden door obstakels; zoals verkeersborden, fietsen, laadpalen, etc. In een bebouwde kom mag het voetpad in geen geval minder dan 1 m breed zijn. Obstakels moeten bovendien aan dezelfde kant geplaatst worden, zodat voetgangers in een vloeiende lijn kunnen wandelen en niet moeten zigzaggen. Ook moet er overal een vrije hoogte van 2,10 m zijn. Dat is bijvoorbeeld belangrijk bij geveltuinen of borden.
Tot zover de wetgeving. Helaas worden deze minimale vereisten niet overal gerespecteerd. En zelfs de wettelijk voorziene minimumbreedtes vormen nog geen garantie voor een kwaliteitsvol voetpad. Want een deel van de voetgangers bestaat uit mensen met een rollator of in een rolstoel, mensen met een kinderwagen of met een gevulde boodschappentas. Dan volstaat die wettelijke minimumbreedte niet om elkaar comfortabel te kunnen kruisen. Daarvoor is een veel breder voetpad nodig, zeker op drukke plaatsen.
Zelfs wanneer de breedte van een voetpad beantwoordt aan de wettelijke vereisten, wordt de doorgang vaak belemmerd door tal van obstakels: fietsen en deelsteps, een wildgroei van terrassen, lukraak geplaatste nutsvoorzieningen en verkeersborden, reklamepanelen, bouwwerven en vele andere zaken die - al of niet tijdelijk – een plekje op het voetpad innemen. Dat is niet alleen vervelend, maar vaak ook ronduit gevaarlijk. Het moet dus zoveel mogelijk vermeden worden.
Een voetpad mag geen hindernissenparcours zijn!
Aan inritten voor garages liggen voetpaden vaak schuin, om de toegang voor de auto te vergemakkelijken. Deze dwarshellingen zijn erg storend en soms gevaarlijk. Mensen met evenwichtsproblemen kunnen er makkelijk struikelen of vallen.
Het niveauverschil tussen rijbaan en voetpad wordt beter weggewerkt met een korte steile helling voor de auto, ingewerkt in de stoeprand.
Een voetpad moet het comfort van voetgangers dienen, niet van autobestuurders. Daarom dienen ook bij oversteekplaatsen voetpaden drempelloos in elkaar over te gaan.
Ook de juiste materiaalkeuze is bepalend voor de kwaliteit van het voetpad. Voetgangers geven de voorkeur aan een vlakke ondergrond, die ook bij nat weer niet glad wordt. Een ruwe structuur is onaangenaam om over te wandelen en moeilijk voor rolstoelgebruikers.
Hoewel er een duidelijke regelgeving bestaat, is het comfort van onze voetpaden vaak ondermaats. Het is zowel aan lokale besturen, middenstand, horeca en burgers om te ijveren voor kwaliteitsvolle voetpaden die beantwoorden aan de normen, zonder hindernissen of overbodige obstakels.
Het voetpad moet er in de eerste plaats zijn voor de voetganger!
Meer info op www.voetgangersbeweging.be
Mark De Geest