Fiets- en voetpaden, twee kanten, eenzelfde munt!
07 Juni 2025

“Ja maar, wat dan met mijn fiets?” Het is een reactie die vaak gehoord wordt, wanneer lokale besturen langzaamaan experimenteren met voetgangerszones. En dat die reactie van een jong persoon komt, staat vaak ook al vast in velen hun gedachten.
Het debat over betere voetpaden, die veilig en toegankelijk zijn voor mensen met een fysieke handicap, of moeilijkheden ondervinden bij een verplaatsing, het is het zoveelste waarover tegenwoordig polarisatie wordt aangewakkerd. Een kwestie van inclusiviteit en een stad op maat van élke inwoner, is een jong tegen oud verhaal geworden. Fiets tegen wandelaar. Snel tegen traag. Een invulling van een beperkte ruimte tegen een andere invulling van diezelfde beperkte ruimte.
We moeten de tegenstelling die ons wordt voorgehouden trachten te overstijgen en doorheen de illusie kijken. Terwijl een bakfietser kibbelt met een rolstoelgebruiker en een scholier de jonge mama met buggy rakelings ontwijkt, rijdt de SUV even verder comfortabel voorbij. De koning van de stad, want iedereen maakt plaats voor het gevaarte van enkele honderden kilo’s. “Wat een status”, denkt de chauffeur. “Wat een gevaar”, denken de bakfietser, de rolstoelgebruiker, de jonge scholier en de mama met buggy.
Het tegen elkaar opzetten van twee groepen, die beiden te winnen hebben bij een gezamenlijke oplossing, is een aloude truc om het debat te verschuiven. Want alle actieve weggebruikers hebben gezamenlijk te winnen bij zowel goede, brede en comfortabele voetpaden, als bij vlotte fietswegen die invulling en ruimte geven aan het snel evoluerende veld van fietsen.
De lessen die we hieruit kunnen trekken overstijgen zelfs die van een kunstmatig aangestookt debat tussen groepen. We kunnen die ook breder in de samenleving meenemen.
Dat Trump even terloops Groenland en Canada wil inlijven in de Verenigde Staten van Amerika, is een imperialistisch fiasco dat we terecht bekritiseren. Tegelijk leidt het onze aandacht af van de afschaffing van ontwikkelingssamenwerking, met een ontwrichting van hulpprogramma’s en een rem op de emancipatie van vrouwen en meisjes wereldwijd.
Het is dus belangrijk dat we niet enkel discussiëren over wat ons wordt voorgelegd, maar ook reflecteren op welke discussies we eigenlijk aan het voeren zijn. Vormt het ijveren voor betere voetpaden een inperking van de fietsvriendelijkheid van een stad? Of sluiten we de ogen voor de plek die de auto nog steeds krijgt?
Waar Groenen besturen is de omschakeling ingezet. Een stad voor iedereen. Of je je nu te voet, in een rolstoel of per fiets verplaatst, je geraakt veilig en vlot op je bestemming. En zelfs degenen die nood hebben om per auto op hun bestemming te geraken, vinden nog steeds hun weg. Niet meer via totalitaire dominantie, wel ingebed in het kader van een mobiliteitsbeleid dat voor iedereen werkt.
Laten we niet meegesleurd worden in het narratief van tegengestelde belangen, in het wij-zij-debat. Laten we juist wel de omslag maken naar het samen-met-elkaar-debat. Net zoals we als jong en oud niet tegen elkaar aan een betere wereld willen werken, maar wel met elkaar.
Liv ONkelinx / Daan Reydams, co-voorzitters Jong Groen