Hoog tijd om de rechten van de rusthuisbewoner en zijn familie te garanderen
01 September 2020
Rechten van de rusthuisbewoner en familie garanderen
Na een aantal schrijnende getuigenissen in de media buigt de Vlaamse taskforce zich woensdag over de aanpassing van de bezoekregeling in de woonzorgcentra (WZC). Hopelijk gaat het over meer dan de aanpassing van enkele details, vindt Mieke Vogels. "Het is tijd om stil te staan bij de vraag hoe we in het WZC de rechten van de bewoner en hun familie garanderen."
“Het rusthuis waar mijn moeder woont is momenteel een echte gevangenis. Slechts één bezoekje van een kwartiertje per week, beneden in de cafétaria of buiten op het terras. Na dat kwartier wordt de bewoner terug naar boven gebracht door iemand van het personeel. Dit kan alleen tussen 14 en 16 u en je moet op voorhand een afspraak maken in een digitale agenda. Een bezoek buiten op de binnenkoer kan vrij maar daar is er een dubbele rij nadars aangebracht waarachter de bewoner kan plaatsnemen onder een parasol. De bezoeker heeft geen stoel noch parasol, mag wat hangen aan de nadarafsluiting in volle zon. De bewoner dient ook zelfstandig naar beneden te komen anders kan dit soort bezoek niet. Is de bewoner ziek of bedlegerig dan is bezoek onmogelijk. Er is bij mijn weten geen corona in huis. Hoelang gaan ze dit nog zo verder zetten? Moeten wij dit zomaar accepteren als het “nieuwe normaal”? Alles in mij zegt dat dit fout is.”
Als de oudere thuis woont verwachten we van de familie dat ze haar verantwoordelijkheid neemt. Eenmaal in de voorziening wordt de familie gereduceerd tot lastige pottenkijker.
Zorgbehoevende ouderen verblijven vandaag gemiddeld anderhalf jaar in een woonzorgcentrum. Het beleid zet in op zo lang mogelijk thuis wonen en rekent voor de zorgondersteuning in de eerste plaats op de familie (vermaatschappelijking van zorg).
Als het thuis niet langer kan en de oudere wordt opgenomen in het WZC wordt de familie radicaal ‘ontlast’ van alle zorg. Enkel bezoek op maat van het WZC kan nog. Ook al weet de familie na al die jaren mantelzorg wat best is voor vader of moeder, het is de voorziening die voortaan beslist wat best is.
Als de oudere thuis woont en zorg nodig heeft verwachten we van de familie dat ze haar verantwoordelijkheid neemt. Eenmaal in de voorziening wordt de familie gereduceerd tot lastige pottenkijker. Waarom de familie niet inschakelen om het zorgpersoneel bij te staan zodat ook het welzijn van de bewoner gegarandeerd is ?
Het weren van de familie neemt extreme vormen aan tijdens de coronacrisis. Onmiddellijk na de uitbraak van de pandemie gaat het WZC op slot voor de familie. We moeten corona buiten houden en dus komt de familie er niet in, is de redenering. Waarom mogen medewerkers van de civiele bescherming, het Rode Kruis, het leger wel in het rusthuis binnen, terwijl de familie geweerd wordt? Al die externen kunnen toch ook het virus binnen brengen? Familie kan zich toch ook laten testen?
Tijdens de eerste coronagolf werden honderden bewoners besmet, alvast niet door de familie, bezoek was immers niet mogelijk.
Familieleden worden behandeld als schoolkinderen en gestraft als ze de onbegrijpelijke regeltjes niet naleven. Erger nog, soms wordt de bewoner gestraft als de familie de regels overtreedt. Een bewoner moet acht dagen op de kamer blijven omdat haar zoon heel even onaangekondigd in de tuin bij zijn moeder en zus plaats nam.
Voorzieningen in de welzijnszorg zijn zich de voorbije decennia meer en meer gaan profileren als bedrijven. Familieleden maken geen deel uit van bedrijfsmodellen, humanrecources-methodes, efficiëntiewinsten, EFQM-labels…
Onze zorg voor ouderen moet fundamenteel anders
We moeten liever vandaag dan morgen ophouden met investeringen in grootschalige wooncampussen. Het alternatief? De zorg voor kwetsbare ouderen organiseren in kleinschalige zorgwoningen in eigen buurt. Zo wordt maatwerk mogelijk en voorkom je de radicale breuk tussen thuis en de voorziening. Een geleidelijke overgang van mantelzorg en thuiszorg naar dag- en nachtopvang in het zorghuis. Het aandeel van professionele zorg neemt toe, de zorg door de familie loopt gewoon verder binnen de zorgwoning.
Er is meer dan ooit een draagvlak voor buurtgerichte zorg. Grootschalige zorgbedrijven hebben geen toekomst. Immers wie vandaag zestig is, wil zijn laatste levensfase niet op die manier. Dit doet geen afbreuk aan de inzet van directies en personeelsleden. Ze geven het beste van zichzelf binnen de grenzen van dit foute systeem. Hun harde werk zou veel meer voldoening geven binnen een buurtgerichte zorg.
CD&V-minister Beke engageert zich onder druk van Zorgnet/Icuro om te blijven betalen voor leegstaande bedden
Ook vandaag al wordt de beslissing om geliefden toe te vertrouwen aan de grootschalige woonzorgcentra steeds moeilijker en pijnlijker. Op dit moment staan 9000 rusthuisbedden leeg. Hét moment om te starten met de afbouw van de instellingszorg. Maar minister Beke engageert zich onder druk van Zorgnet/Icuro om te blijven betalen voor de leegstaande bedden. Een factuur van liefst 122 miljoen!
De machtige lobbygroepen binnen de zorg - de mutualiteiten en Zorgnet/Icuro - blokkeren de ombouw naar buurtgebonden zorg. De voorbije twintig jaar kregen ze de onvoorwaardelijke steun van de opeenvolgende CD&V- ministers. De kracht van de stilstand is pijnlijk! Begoede ouderen betalen zich ondertussen blauw voor minimale zorg in ‘zorgbedrijven’. Minder begoede ouderen vallen steeds meer uit de boot en vereenzamen in onaangepaste woningen zonder de nodige zorg en ondersteuning.
Mieke Vogels
Voormalig minister van Welzijn, voorzitter GroenPlus