Het ontstaan van Agalev volgens Marjet Van Puymbroeck
01 Mei 2018
In een klas mag niemand blijven zitten en onze samenleving heeft nood aan samenhorigheid, soberheid en stilte.
In een klas mag niemand blijven zitten en onze samenleving heeft nood aan samenhorigheid, soberheid en stilte. Dat zijn vertrekpunten voor de herlevingsbeweging van Luc Versteylen. Dat vertelde Marjet Van Puymbroeck op een Nieuwjaarsreceptie van de Antwerpse Groene Senioren in 2006.
Cecile Sillis, ook een groene van het eerste uur, dook in haar archief en vond haar verslag. Ter nagedachtenis van de overleden eerste groene senator publiceren we het.
Niemand blijft zitten
“We schrijven begin van de jaren 70. Luc Versteylen wordt gepakt door TV-beelden waarin huurlingen die verplicht zijn zich terug te trekken, zeer zorgzaam hun gewonde en dode makkers meenemen. In die gruwelijke wereld wordt niemand achtergelaten. Wat een verschil met wat er jaarlijks in onze scholen gebeurt! Goede leerlingen gaan over naar de volgende klas, anderen blijven achter en worden achteloos gedumpt door de groep. Luc was toen nog leraar en besloot het schooljaar voor zijn 4de Latijnse maar te laten eindigen als iedereen geslaagd was, als iedereen voldoende kennis verworven had om naar een hoger leerjaar te gaan! Maar dan zou de klas moeten samenwerken en om samen te werken moet je mekaar kennen. Er werd gezocht naar een ruimte waar de klas de maand juli samen kon doorbrengen. Het werd de Oude Brouwerij van Viersel. Voor elk vak werkte een slimmere samen met een minder goede leerling en op 1 augustus was de heel klas geslaagd en kon de vakantie beginnen.
De waarden van Viersel
Viersel bleef een toevluchtsoord en in Viersel groeide de beweging Anders Gaan Leven. Daar werd nagedacht en gepraat over waarden, antiwaarden en de S-sen.
De eerste van de 3 ergste antiwaarden is de moordende concurrentie binnen onze samenleving die de andere tot vijand maakt. De waarde die daartegenover staat is de samenhorigheid, het samenwerken om het gemeenschappelijk doel te bereiken.
De tweede antiwaarde is de consumptie. Dagelijks worden we aangespoord tot overvloedige consumptie van vaak kompleet overbodige producten. Laat ons daar tegenover de soberheid zetten. Dit is geen gierigheid, dit is zuinigheid in het verbruik van grondstoffen en energie.
En tot slot de prestatie. De Westerse mens moet steeds meer presteren, vaak ten koste van het eigen welzijn en dat van de geliefden. Laten we bij tijd en wijle stilstaan en kiezen voor stilte in ons leven.
Rond deze 3 S-sen groeide de Beweging langzaam maar zeker, samen met de actiegroep De Groene Fietsers. Zij brachten speelsheid, humor en creativiteit binnen het bestel.
Geen Duwvaartkanaal
Er zou een Duwvaartkanaal komen in de Voorkempen. Feitelijk overbodig en een aanslag op groene ruimte. In Antwerpen en omstreken werd een petitie met heel veel handtekeningen verzameld. Om die handtekeningen in Brussel te krijgen werd bij de Belgische Spoorwegen een trein gecharterd voor 700 mensen en 700 fietsers. Het lukte. Ook positief was het antwoord van de Brusselse burgemeester op de vraag van Luc om de wegcode te mogen respecteren. De man wist niet dat hij een complete chaos ontketende: 700 fietsers de ene braaf achter de andere - zoals de wegcode voorschrijft - in een ononderbroken ketting doorheen de Brusselse straten! Geen auto kwam erdoor! En ook geen Duwvaartkanaal!
Agalev
Om te weten welke politiekers we konden vertrouwen om een beleid met aandacht voor natuur en milieu te voeren, werd aan een aantal onder hen een 10-vragenlijst voorgelegd. Velen antwoorden positief. Maar toen het erop aankwam om ook daadwerkelijk dingen te veranderen onbrak de goede wil en het geld ...
We zouden dus zelf mee het beleid moeten maken, met onze eigen mensen.
De naam? Is verbonden met het proces van een dienstplichtige die mishandeld werd in de medische afdeling van het leger. De militair verklaarde zich sterk omdat hij gesteund werd door een organisatie. De rechter wilde dan wel eens weten welke organisatie. Luc fluistert “Agalev”. De beklaagde antwoordt “Agalev”. De rechter kijkt naar zijn personeel: Agalev? Wie of wat? Verwarring alom, maar we bestonden!
In de senaat
Na een eerste deelname in Antwerpen 1976 zonder verkozenen, werd ik bij de verkiezingen van 1981 de eerste senator van de partij.
Onmiddellijk werd ik met de neus op de feiten gedrukt: zelfs samen met de verkozenen van Ecolo was de groene groep te klein om een fractie te vormen en de voordelen van een fractie te genieten. Namelijk extra middelen, extra ondersteuning, een apart bureau, een stem in de commissievergaderingen. Maar … als ik zou meewerken en stemmen met de CVP kon dat wel allemaal geregeld worden… Ik heb bedankt, werd chef van de Agalev-Ecolo-groep en werkte in de gang! Geen stem hebben in de commissie was een zwaardere handicap. Maar ondanks deze moeilijke omstandigheden behaalde ik succesjes. Eén ervan herinner ik me nog zeer goed: op mijn verzoek werd een telefoondienst opgericht voor zelfmoordpreventie. Uit erkentelijkheid noemde Paula D’Hondt het de GROENE telefoon.
Na vier jaar vroeg senaatsvoorzitter Ward Leemans naar m’n indrukken. Machteloos, voelde ik me. Als kleine groep heb je weinig invloed. Integendeel, zei de voorzitter, je hebt in je eentje alle taboes van de senaat doorbroken. Je hebt keihard gewerkt en nooit gescholden. Je hebt samengewerkt met mensen uit alle andere fracties en nooit iemand persoonlijk aangevallen.
Dat is waar, ik vocht tegen ideeën maar nooit tegen mensen. Ik was tevreden als mijn ideeën een meerderheid haalden ook al gingen anderen met de pluimen lopen. Ik had en heb nu nog steeds moeite met de profileringsdrang van politiekers.
Bij de 1ste verkiezingen voor het Europees parlement in 1979 hadden we een lijst met groene mensen van overal in Vlaanderen. Agalev was niet enkel meer een Antwerps gebeuren.
De V van Agalev?
Op de opmerking van Remi Heylen dat het voor hem moeilijk was om aan Nederlandse vrienden de V van Agalev uit te leggen, nam Mieke Vogels het woord. Tegen de tijd dat zij verkozen werd, was de partij in groei en werd ze dus aanzien als gevaarlijk. De pesterijtjes lieten niet lang op zich wachten: onder meer de verplichting om in de naam enkel letters te gebruiken die ook voor een woord stonden. De nieuwe regel werd onverwacht streng toegepast. Er was weinig tijd voor nadenken en overleg en het werd “Anders Gaan Arbeiden Leven Eten en Vrijen”. Nochtans, zei Marjet, was het al lang de V van ‘vrede brengen’. Officieel werd het dus ‘vrijen’, wat de verantwoordelijke minister Charles-Ferdinand Nothomb aan Mieke de bemerking “Mais madame!?” ontlokte.
Opgetekend door Cecile Sillis
9 januari 2006