Brieven van Grootouders voor het Klimaat

07 Juni 2023

Brieven van Grootouders voor het Klimaat

69 ambassadeurs en actieve leden van Grootouders voor het Klimaat schreven elk een brief met één gemeenschappelijke boodschap: laten we samen actie ondernemen om de klimaatcrisis een halt toe te roepen.

Het merendeel van de brieven is gericht aan kleinkinderen en jongeren, de klimaatspijbelaars. Lieven De Cauter wijst erop dat hun protest, Greta Thunberg voorop, het ecologisch probleem plots heel sterk op de voorgrond heeft gebracht. Zij hebben geen stemrecht, maar ‘misschien zijn jullie, de klimaatspijbelaars, de belangwekkendste politieke beweging van de laatste jaren’. ‘Het zijn de jongeren die ons de weg hebben gewezen’, beaamt Kathy Lindekens.

Heel wat van de grootouders-briefschrijvers refereren aan hun kindertijd en halen daar de motivatie voor hun engagement uit. Stefan Hertmans koestert de ‘herinnering aan de trots waarmee zijn vader hem leerde dat je de natuur moet eren, en dat bomen een soort koningen kunnen zijn’. Andere generatiegenotengrootouders herinneren zich zeer goed het verontrustende rapport van de Club van Rome uit 1972: Grenzen aan de groei. De tijd van ongebreidelde groei en welvaart werd breed omarmd en botste met het besef dat de gevolgen voor het klimaat desastreus zouden zijn. Vooralsnog ‘zou het echter nog wel niet zo’n vaart lopen’.

In sommige brieven spreekt een diep schuldgevoel over het gebrek aan voldoende verantwoordelijkheidszin. Geert Van Istendael schrijft: ‘Dag in, dag uit, jaar in jaar uit, door ons hele lange, vreedzame, gelukkige leven heen, hebben wij even blind als geestdriftig de huidige rampen mee opgestapeld.’ Anderen beschuldigen de grote vervuilers.
Tine Hens klaagt in een striemende stijl het oliebedrijf Shell aan. Dat maakte in 1991 een film Climate of Concern over het levensbedreigende karakter van klimaatverandering. Hun logo werd echter geen inzet voor verandering, integendeel: ‘Door het massaal verbranden van fossiele brandstoffen verzuren oceanen en verpulvert de kalk waaruit schelpen zijn opgebouwd.’ Iemand als Jos Geysels gebruikt de brief om de relatie tussen klimaatbestrijding en armoede te belichten en wil met concrete voorstellen Zuhal Demir over de streep trekken voor een ‘haalbaar en betaalbaar’ sociaalrechtvaardig beleid.

Heel wat briefschrijvers proberen een globale analyse te maken en de richting aan te geven waarin naar een oplossing gezocht moet worden. Allen zijn het erover eens dat het neoliberalisme haaks staat op een duurzame ontwikkeling voor onze gemeenschappelijke toekomst.
‘Groei is niet de oplossing, groei is het probleem’, stelt Paul Verhaeghe. Solidariteit onder mensen, niet enkel tussen de generaties, maar ook over de landsgrenzen heen, is daarbij noodzakelijk. Verademend is de humoristische brief die Erik Vlaminck Dikke Freddy laat schrijven. Hij is het toonbeeld van eenvoudige duurzaamheid: hij vliegt nooit, zwemt nooit in een verwarmd zwembad, eet geen vlees en heeft geen auto, airco, droogkast of computer.

Er spreekt veel liefde uit alle brieven. Jan Mertens voelt zich met de jongeren in hun kwetsbaarheid verbonden en geeft hun de raad ‘de dingen (te) doen die je vandaag kunt doen en die ertoe doen’. Dat sluit helemaal aan bij de woorden van Albert Camus die Bernard Hubeau en Marc Cabus als motto aan het boek gaven: ‘La vraie générosité envers l’avenir consiste à tout donner au présent’.

 

Magda Wouters