Groene Mobiliteit is meer dan fietsen
07 Juni 2023
Op het congres Code Groen (13 mei) werd onder het hoofdstuk mobiliteit het voorstel ‘Veilig op de fiets: naar een echte fietscultuur’, goedgekeurd. Groen was ooit de pionier van het fietsbeleid. Vandaag omarmen alle partijen de fietser. Groen zet voorstellen voorop die radicaal kiezen voor een veilig en milieubewust verkeer.
Van POTS naar STOP
Nog steeds wordt lippendienst bewezen aan het STOP-principe (eerst stappen dan trappen dan trammen en dan pas de auto nemen). De praktijk is anders. Bij de (her)aanleg van wegen geldt het POTS-principe. De ontwerper vertrekt van de ruimte die de auto nodig heeft om te rijden en te parkeren, pas daarna wordt de overblijvende ruimte verdeeld tussen fietsers en voetgangers.
Het STOP-principe betekent eerst de ruimte afbakenen voor voetgangers en voor fietsers, waarbij rekening wordt gehouden met de toename en de diversiteit van het fietsgebruik.
Gedeelde ruimte voor voetgangers en fietsers kan niet langer. Voetpaden zijn exclusief voorbehouden voor voetgangers. Fietsers hebben een eigen afgebakende fietsruimte.
Voetpaden voorop!
Voor de groeiende groep ouderen en voor mensen met een beperktere mobiliteit is de staat van het voetpad het verschil tussen nog wel of niet meer buitenkomen, tussen eenzaamheid en sociaal contact.
Voetpaden worden vergeten in de mobiliteitsplannen. In een volgende legislatuur verdubbelen de gemeentes het budget voor het aanleggen van aantrekkelijke en veilige voetpaden. Gemeentes investeren ook in zilveren lussen, goed onderhouden en obstakelvrij voetpaden die oudere wandelaars leiden naar dienstencentra, winkels, parken … er zijn rustbanken en ook een toegankelijk toilet.
Investeren in openbaar vervoer
Tijd om de voorwaarde te creëren die mensen aanzet om voor het openbaar te kiezen en de auto aan kant te laten. Die modal shift kan alleen als er na jaren van besparing opnieuw geïnvesteerd wordt in De Lijn.
Twee miljard is nodig voor de vergroening van het openbaar vervoer in (E-bussen). De overheid moet het voorbeeld geven bij de reconversie naar elektrisch rijden. Daarnaast is 2 miljard nodig voor de uitbreiding van het openbaar vervoersnetwerk om te zorgen (inclusief de versnelde uitvoering van de plannen (2015)) voor toegankelijke bussen en bushaltes.
Auto niet langer de kolonisator van het openbaar domein
De Belgen gebruiken hun auto gemiddeld een half uur per dag. De overige tijd (23,5 uur) staat de auto geparkeerd en koloniseert hij de openbare ruimte. Acht op de tien gezinnen heeft een eigen auto. Ruim één op de vijf (22 procent) heeft er twee. Het is niet de opdracht van de overheid om voor al deze wagens een parkeerplaats te voorzien. De overheid heeft wel de opdracht om het openbaar domein terug te geven aan de bewoners.
Het autovrij gebied wordt verdubbeld, niet alleen in de kernstad of in de toeristische gebieden, maar ook en vooral in de woonwijken. Dit kan door in te zetten op betalend ‘buurt-parkeren’ in aparte garages of braakliggende gebieden. Bezoekers worden afgeleid naar parkeergarages aan de rand van de stad of gemeente. Autodelen éénvoudiger maken ontmoedigt autobezit.
Bedrijfswagens worden afgeschaft. SUV’s die extra ruimte innemen en veel elektriciteit verbruiken belasten we extra en worden geweerd in de stads- en dorpskern.
Mieke Vogels