Iedereen voetganger!
10 Maart 2025

Vroeg of laat is iedereen voetganger: om boodschappen te doen, naar een afspraak te gaan, om een wandelingetje te maken of zelfs gewoon als ‘uitgestapte automobilist’. We gebruiken daartoe het voetpad, het gedeelte van het openbare domein dat voorbehouden is voor de voetganger. Of toch niet? Want op dat voetpad blijken ook verkeersborden, afvalzakken, zwerfvuil, geparkeerde fietsen en steps, elektrische verdeelkasten, laadpalen, terrassen en andere zich prima thuis te voelen. Blijft er nog voldoende plaats voor de voetganger?
‘De eerste voetpaden werden aangelegd in het Oude Rome’, vertelt mobiliteitsexpert Kris Peeters. ‘Om te vermijden dat voetgangers vertrappeld werden door het toenemende aantal paarden en karren. In de Europese steden werd de openbare ruimte eeuwenlang vooral gebruikt door voetgangers. Dat veranderde in de late 19de eeuw toen de auto zijn intrede deed: eerst nog schuchter en traag, in Groot-Brittannië veiligheidshalve stapvoets voorafgegaan door een man met een rode vlag.’
Na de Eerste Wereldoorlog nam ook in ons land het aantal auto’s voortdurend toe. Voortaan moesten alle weggebruikers zich aan de auto aanpassen in plaats van andersom.
De straat werd het domein van de auto, voetgangers hoorden op de stoep. Onder impuls van Nederland ontstond ook bij ons in de jaren 1970 een tegenbeweging; straten werden opnieuw opgebroken en omgevormd tot woonerven, waar de voetganger terug centraal stond. Een dure oplossing, die niet altijd haalbaar en betaalbaar bleek. Vandaar volgde in 1988 de invoering van de ‘zone 30’, die fietsers en voetgangers meer veiligheid moest bieden.
Vanaf 2000 werd het STOP-principe ingevoerd, dat voetgangers (stappers) prioriteit geeft – of zou moeten geven – inzake mobiliteit.
‘Enerzijds is er steeds meer aandacht voor de voetganger en wandelaar’, stelt Kris Peeters. ‘Anderzijds is de druk van de auto gebleven en wordt een groot deel van de openbare ruimte nog altijd door de auto ingenomen. Met alle discussie van dien. Lokale besturen verdraaien het STOP-principe te vaak tot POTSprincipe, waarbij de voetganger zich tevreden moet stellen met de ruimte die overblijft, nadat auto’s en fietsers bediend zijn’.
Vooral in onze steden is de ruimte beperkt. Het aantal auto’s stijgt nog altijd, terwijl ook fietsen, cargofietsen, steps en speedpedelecs steeds meer plaats innemen. Zo ontstaat er ‘ruimterivaliteit’: wie krijgt welke ruimte? Iedereen overal en altijd een aparte ruimte geven blijkt niet langer haalbaar. Dus moeten er keuzes worden gemaakt, liefst doordachte.
Nog altijd veronderstellen veel lokale besturen dat het voetpad enkel dient om zoveel mogelijk mensen zo snel mogelijk van A naar B te laten gaan.
Maar veel mensen flaneren of maken gewoon een wandeling en genieten van het onderweg zijn. Dat verlaagt de stress, verbetert de gezondheid en vergroot de sociale cohesie. Want de stoep is ook een plek waar je elkaar ontmoet en met elkaar een praatje maakt. Laten we daarom de stoep (terug)geven aan wie hem toekomt: de voetganger. Geen stoep bezaaid met allerlei zaken die er eigenlijk niet thuishoren, maar een stoep die alle voetgangers de vrije doorgang geeft, met bomen die op warme zomerdagen schaduw geven, met banken om even uit te blazen.
Een stoep die jong en oud aanzet tot beweging en ontmoeting, zodat iedereen veilig en met gemak te voet kan gaan, altijd en overal.
Mark De Geest