Open brief
10 Maart 2025

GroenPlusser Wim D’haveloose raakte geïntrigeerd door ‘Oorlog. Hoe lang nog?’, het nieuwe boek van wetenschapper Gerard Bodifée. Hij drukte zijn appreciatie uit in een ‘open brief’…
Beste Gerard,
Een paar dagen geleden bezocht ik in het Museum voor Schone Kunsten van Gent een tentoonstelling gewijd aan het oeuvre van de Duitse expressionist Erich Heckel. Bijna de volledige Eerste Wereldoorlog bracht Heckel door achter het front in West-Vlaanderen, als ambulancier en verpleger. Tijdens die vier jaar was hij enorm productief, maar qua thematiek bleef de oorlog meestal buiten beeld. De meest beklijvende werken zijn landschappen waarin je de dreiging van de oorlog kunt voelen. Ook het portret van een waanzinnige soldaat – Irrer Soldat uit 1916 – waarvan hij er allicht velen achter het front heeft ontmoet.
Dit brengt mij bij jouw recente boek, Gerard, ‘Oorlog. Hoelang nog?’ , waarin je de waanzin van de oorlog – elke oorlog – op een striemende manier aanklaagt. De waanzin van vele overlevenden van de Eerste Wereldoorlog, waarvoor men het enigszins verbloemende woord ‘shellshock’ heeft uitgevonden; die waanzin zit in de kern van alle oorlogsconflicten en daartegen is je filippica (hevige strafrede) gericht.
Jouw stelling is glashelder: de prijs die betaald wordt door oorlog te voeren staat nooit in verhouding tot het doel dat men wil bereiken. Die prijs bestaat altijd uit mensenlevens en enorme verwoestingen. ‘Disproportionaliteit’ is inderdaad ook het argument dat telkens weer opduikt in discussies over de oorlog die Israël voert in Gaza. Het waardevolste wat op deze planeet bestaat is een mensenleven. Dus, concludeer jij terecht, je kan nooit mensenlevens op het spel zetten om een of ander politiek doel te bereiken. De bekende stelling van Carl von Clausewitz, dat oorlog een verlengstuk is van de politiek, moet voor jou in de prullenmand. Bijna iedereen zal het ermee eens zijn dat de verschrikkelijke massamoorden, waar oorlogen altijd op neerkomen, ten koste van alles vermeden moeten worden. De prijs die betaald wordt, is immoreel. De individuele moraal botst hier op de moraal van staten en naties en vooral van krijgsheren.
Die discrepantie stel je verscheidene keren vast: de individuele moraal spoort niet met die van landen en staten. Wat mensen persoonlijk afkeuren, worden ze gedwongen te doen op bevel van een land, namelijk mensen vermoorden. Het interessantste hoofdstuk in het boek vond ik de grondige behandeling van ‘het concept rechtvaardige oorlog’.
Mogen staten zich verdedigen tegen een aanval die zij als onterecht ervaren? In de loop van de geschiedenis hebben alle belangrijke moraalfilosofen zich over dit vraagstuk gebogen.
In het verre verleden – Augustinus en Thomas van Aquino bijvoorbeeld – werd de vraag meestal positief beantwoord, tenminste als er voldaan werd aan bepaalde voorwaarden; maar sinds de intrede van nucleaire, chemische en biologische wapens moet die kwestie toch opnieuw worden bekeken. Het voeren van oorlog heeft totaal andere dimensies en implicaties gekregen. Je citeert een recente studie waarin alle voorwaarden voor een rechtvaardige oorlog worden opgelijst. Het sluitstuk is dat alle middelen om de oorlog te verhinderen – diplomatiek overleg bijvoorbeeld – uitgeput moeten zijn. Jij merkt terecht op dat zoiets nooit het geval kan zijn, omdat er altijd nog mogelijkheden overblijven voor verder overleg, onderhandelingen, toegevingen of bemiddeling. Een rechtvaardige oorlog is dus volgens jou louter fictie.
Je hebt het onderwerp vanuit alle mogelijke perspectieven behandeld, maar tijdens de lectuur voelde ik met steeds meer aandrang de vraag opkomen: waarom is eigenlijk niet iedereen vredesactivist? Waarom is er in politieke programma’s zo weinig aandacht voor alles wat met bewapening te maken heeft? Dit gezegd zijnde, hoe is het op dit ogenblik gesteld met de vredesbewegingen? Een verwijzing naar die bewegingen en naar hun rol en betekenis heb ik gemist, vooral omdat je herhaaldelijk en zeer nadrukkelijk stelt dat de weg naar een wereld zonder oorlog alleen maar van onderuit kan komen.
Naar aanleiding van de bloedige veldslagen aan de Somme in 1916 maakte de bekende Engelse War Poet Edmund Blunden de opmerking dat er uiteindelijk geen winnaar was, of misschien toch: ‘ The War had won, and would go on winning.’ De enige winnaar aan de Somme (maar ook in Verdun en Passendale) was de Oorlog. Meer dan honderd jaar later geldt dat nog altijd voor alle oorlogen. Dat is jouw noodzakelijke en dringende boodschap. Ik wens het boek veel lezers toe en jou, Gerard, kan ik alleen maar bedanken voor de stem die je hebt gegeven aan de pacifist in ieder van ons.
Wim D'Haveloose