Wijken leefbaar maken… vraagt moed

21 Juni 2024

Wijken leefbaar maken… vraagt moed

Voor een vrijwaring van onze leef- en woonkwaliteit moeten vooral de nadelen van koning auto gereduceerd worden. Eigenlijk hoort de verhouding gemotoriseerd privévervoer/openbaar vervoer net andersom te zijn. Daar zijn we ver van, maar elke stap in die richting is een goede. Zolang er op fossiele brandstof wordt gereden, blijven we ook met geluidshinder en vervuiling opgescheept.

De impact van koning auto als stoorzender minimaliseren gebeurt stapsgewijs en vraagt een specifiek beleid.
Op gemeentelijk niveau is men daarin beperkt, omdat men de auto’s die de gemeente inrijden niet kan tegenhouden. Men kan ze vertragen, of omleiden, of het hen lastiger maken.
Meerdere steden beschikken over ringwegen. Maar dat kan niet overal, omdat vele gemeenten juist zijn ontstaan langs verkeersaders.

Ook Mortsel is ermee behept. Ingrid Pira realiseerde het als burgemeester dat het openbaar vervoer een eigen bedding kreeg. Snelheidsbeperkingen moeten verder voor meer veiligheid zorgen.

Buurtwegen zouden, waar mogelijk, zoveel mogelijk heraangelegd moeten worden tot woonstraten en -erven, waar ook spelende kinderen en mindervaliden zich veilig voelen.
Ruimten die ook uitnodigen tot spontane ontmoetingen; kortom, waar het fijn wonen is. Elke straat die er zich toe leent, verdient trouwens dat zoveel mogelijk bomen worden aangeplant.

Elke wijk, elke gemeente heeft zo haar uitdagingen. Die in het Brussels gewest zijn waarschijnlijk het grootst.
Groen Minister Elke van den Brandt stelt niet toevallig: “De armste Brusselaars wonen het vaakst in buurten met veel luchtvervuiling, terwijl de meesten zelf geen auto hebben. De strijd voor schone lucht is in de eerste plaats een sociale strijd.”

Onder haar bevoegdheid is het Good Moveplan ontwikkeld. De 18 Brusselse gemeenten moeten het omzetten in concrete verkeersplannen. Dat vraagt wel enkele jaren, in samenwerking met een studiebureau en met de inwoners, via allerhande inspraakprocedures.

De stad Brussel, met schepen Bart Dhondt (Groen), speelde het klaar dat er sinds 2022, binnen de vijfhoek, zo’n 20 à 30% minder auto’s rijden en dat de straten zo veiliger en aangenamer zijn geworden. Het vroeg wel veel energie en geduld om sommigen te overtuigen van de voordelen. Dat ondervond ook Ecoloschepen Susanne Müller-Hübsch in Anderlecht. Eén van de mooie realisaties is het autovrij maken van de Wayezstraat. Nu is het een leuke winkelstraat, met terrasjes, plantenbakken… en met een parking aan elk uiteinde. In 2019 was deze winkelstraat nog een drukke autoweg, met links en rechts een muur van geparkeerde auto’s.
Naast voorstanders van het project waren er ook die het ergste vreesden, als auto’s er niet meer voor de winkel zouden kunnen staan!

Nog zo’n 10 andere verkeersplannen lagen klaar. De kosmopolitische wijk Kuregem kreeg de primeur. Na 2 jaar studie, met o.a. navraag deur aan deur en vergaderingen op straat, was het plan in 2022 klaar voor een proefopstelling. Ze werd door lui die ‘niet geïnformeerd’ waren verwijderd. Wat gepaard ging met vandalisme, geweld en verregaande intimidaties. Ook al mist het gebruik van geweld elke legitimiteit, toch heeft dit geleid tot het begraven van het dossier. Hopelijk is dit tijdelijk. De schepen blijft even gedreven, ondanks de ontvangen bedreigingen.

Dit illustreert dat motivatie en moed nodig zijn, om dergelijke projecten te realiseren. Groene schepenen van mobiliteit, als Dhondt en Müller-Hübsch, zijn dan ook een zegen.

 

Etienne Hoeckx