Wie wil er nu oud zijn?

21 Juni 2024

Wie wil er nu oud zijn?

Wie wil er nu oud zijn?

Ik vind niet dat ik er als een zeventigjarige uitzie. Zelfs niet des morgens, als ik mijn haar over mijn schedel drapeer, nadat ik mijn tanden uit het potje heb gehaald.

Ons moeder zei altijd: “Vroeger zagen mensen van vijftig er uit als mensen van tachtig nu”.
Zoals alles wat ons ma zei, geloofde ik dat.

Haar vader had er zijn hele leven stokoud uitgezien. Op de familiefoto uit 1930 zaten mijn grootouders er bij als vers uitgegraven iguanodons. Toen ze dertig jaar later de weg van alle vlees opgingen was dat niet anders. Ik hoorde het ons ma de eerste keer zeggen op de koffietafel van bompa. Er werd instemmend geknikt door haar nonkels en tantes, die dachten dat het niet over hen ging.

Ik heb het ons ma nooit gezegd, maar ik vond haar er ook altijd al oud uitzien. Nonkels en tantes zagen er oud uit. Héél oud. Wij daarentegen kunnen er gewoon niet jonger uitzien zonder dat het belachelijk wordt. Wij komen er toch zo goed voor, zo fris en monter en helemaal niet oud. Ik heb er alleen geen benul van hoe oud. Als ik echter in het gezelschap sukkel van jonge kuikens, zoals laatst die achterkleinkinderen op de koffie van tante Odille, dan krijg ik het gevoel dat er iets niet op zijn plaats zit. Mijn haar?

Een gewaardeerd lid van Groen, die de leeftijd bereikte van 55, schrok zich een ongeluk toen hij plots Zilverblad in de bus kreeg. Daar was hij toch nog vééls te jong voor. Hij weende bijna.
Ik bedoel maar: leeftijd is een gevoelig ding. Het is niet vanzelfsprekend om oud gevonden te worden. Alsof Magere Hein je handje al komt vasthouden.

’t Is een cliché maar zoals zoveel clichés is het waar, meestal. Iedereen wil oud worden maar niemand wil oud zijn. Ons moeder wou best 100 jaar worden, maar ze had er het schurft aan om een ‘oude mee’ te zijn?

Dat we zo scheelogen tegen de oude dag heeft er alles mee te maken dat er zich tussen onze oren een tragische misvatting heeft genesteld. Het leven zou namelijk te kort zijn. Terwijl we ons nog maar goed aan het warmlopen zijn, is het al voorbij. Maar dat is dus niet waar. Zelfs Seneca heeft het al gezegd. Er is meestal tijd genoeg om te doen wat we willen. Er is zelfs zo veel tijd dat we tijd verliezen, véél tijd. Dat betekent toch dat we tijd genoeg hebben. Of wat?

In een krant gelezen: “Het is niet omdat ik 65 ben dat ik wil leren bloemschikken”. Aan mij is dat ook niet besteed, maar Wtf is er tegen bloemschikken? Ze moeten mij alleen niet komen zeggen dat ik mee moet doen, of een speculaas moet gaan halen bij Sinterklaas. En ze moeten mij aanspreken met ‘mijnheer’ en mij niet om vijf uur naar de refter drijven voor wat platte witte bokes, zelfs niet als ze vinden dat ik aan het dementeren ben. En ik wil ook bompa Bockie niet mee aan tafel.

Het stond in alle kranten dat je pas oud bent op je 74 jaar en acht maanden. Maar dat betekent niet dat ik op mijn 75ste geëuthanaseerd moet worden.

Ik zal proberen niet te veel te kosten.

 

Frans Roggen