Berken zijn inderdaad vuile bomen
01 Maart 2024
De lente is de tijd van de goede voornemens.
De lente is de tijd van de goede voornemens. Vroeger moest dat op 1 januari. Maar dan is het te koud en te nat en té onaangenaam en kreunen mijn knoken. Een goed glas wijn brengt dan troost. Een fluitje Roederer of Veuve Cliquot als achter in mijn tuin het vuurwerk begint te knallen. De mussen willen dringend naar binnen maar op mijn schoot zit al de kat van de buren. De rest van het doorluchtige gezelschap wenst mekaar een goede gezondheid toe en dat ze er het volgend jaar terug bij mogen zijn. Op de lockdown na heeft er nooit iemand op het appel ontbroken, al dertig jaar lang. Maar wat niet is kan nog komen. Maar daar denk ik in de lente niet aan. Dan maak ik goede voornemens.
Boze Buurvrouw wil dat ik een jonge berk om zeep help, omdat het een vuile boom is en omdat haar man allergisch is voor het stuifmeel. Dat ik het een mooie boom vind die op den duur ook voor schaduw zal zorgen, dat doet niets ter zake. Er zijn hier al twee politieagenten geweest. Ze meent het blijkbaar. Niemand kan mij vertellen wat ik moet doen. En die flikken geloof ik niet. Misschien zijn het wel vrienden van de Boze Buurvrouw. Kan toch newa? Moeten er niet zoveel mogelijk bomen behouden blijven?
Ik heb dat boompje al twee keer omgezaagd en drie keer is het teruggekomen. Dat wil toch iets zeggen, of verbeeld ik mij dat? Wat moet je geloven van wat mensen als goede raad geven? Toen ik mij een oorapparaat liet aansmeren vond de hupse audiologe, dat ik er mij beter een stel op batterijen aanschafte. Nu hoor ik van alle kanten dat die hoogst milieuonvriendelijk zijn. Ik had me een paar oplaadbare moeten aanschaffen.
Toen wij hier kwamen wonen MOCHT je niet op elektriciteit verwarmen. Dus werd het gas. En nu? Warmtepompen! Begin maar eens. Je word serreweurrig echt wel altijd door de feiten ingehaald! Vroeger was alles anders. Als ik het in de lessen godsdienst over “het milieu” wilde hebben, sloegen ze op hun billen van het lachen. In ’72 wist ik dat ‘de vooruitgang’ dringend moest worden gestopt, want dat we anders in 2000 dik in de problemen zouden zitten. En kijk en kijk. Zoals het een hippie toen betaamde wilde ik dan maar in de boerenstiel. De Wilde Boerendochter vond dat maar niets. Een lui veulen als ik… Ze zag mij niet voor dag en dauw opstaan om de koeien te melken, of naar de klaver te gaan kijken. Eerst studeren! Geen landbouwingenieur, want dat was iets voor de slimmeriken; Letteren en Wijsbegeerte, want dat kon iedereen! Dat boeren is lang in mijn hoofd blijven spoken. Ik zag mij al zoals Richard Minne op een boerderij gedichten schrijven, die mijn meisjes gevoelig zouden declameren:
De boer heeft stro - God zij geloofd -
In zijn klompen en in zijn hoofd.
Maar stro hadden ze niet in hun kop, die boerkens uit mijn tijd. Hun landbouwgrond werd met steun van de politiekers uit de Boerenbond verkaveld en verkocht als bouwgrond. En dat ze niet komen zeggen dat het niet waar is.
Ik kijk uit naar de lente. Ik weet wel dat ik mij daar niet te veel moet bij voorstellen. Ongetwijfeld wordt het of te heet of te koud. En zeker te nat. En die lekken in het dak gaan zeker niet dichtgroeien omdat het lente is. Maar ik zal voor de BB geen tulpen uit Amsterdam kopen, als het lente wordt. En ook niet voor Leen, die altijd aan mijn kant staat in het conflict, maar nu vindt dat die tuin wel echt overvol staat. Ze geraakt haast niet meer bij de compostbak.
Leen koopt haar tulpen wel zelf, bij Albert Heijn. Lente dát is voor mij de tijd van de goeie voornemens. Tijd om mijn kettingzaag boven te halen. Maar als het de volgende keer lente wordt zal ik het misschien meemaken dat die stronk weer begint te botten. Dan hoop ik dat er een beuk uitkomt en geen berk, want berken zijn inderdaad vuile bomen. Niks dan last.
Frans Roggen