Vlaams openbaar vervoer op verkeerd spoor

01 Maart 2024

Vlaams openbaar vervoer op verkeerd spoor

Dat het niet goed gaat met ons openbaar vervoer, is een understatement. En als er dan zijn die vanuit de oppositie in het parlement kritiek geven op De Lijn, wordt er steevast verwezen naar de NMBS. “Want dat ik pas een ramp”, zegt rechts dan. Wat is het verschil tussen de NMBS en De Lijn? Da’s eenvoudig: allebei vielen ze de laatste 15 jaar ten prooi aan wat je een verrottingsstrategie zou kunnen noemen. Alleen, in de NMBS wordt nu geïnvesteerd, terwijl op De Lijn nog steeds bespaard wordt. Dat is dan het verschil tussen een regering met progressieve partijen (als Groen en de socialisten) en een met enkel rechtse partijen (als N-VA, CD&V en Open VLD). Eventjes inzoemen…

NMBS

Na bijna 20 jaar chronische onderinvestering is de NMBS een puinhoop.
Er rijden te weinig treinen, ze zijn versleten, komen constant te laat en worden steeds duurder. Daar komt nu verandering in met de groenen in de federale regering. Er werd € 3 miljard extra geïnvesteerd, wat het totale budget de komende jaren op € 44 miljard brengt. Nooit lag dat hoger. En bovendien is er nu een plan. Binnen 15 jaar rijdt er om het kwartier een trein naar grote steden en om het half uur een naar elke kleinere stad of gemeente. In de komende jaren zullen de treinen stipter en goedkoper worden. De toegankelijkheid wordt verbeterd, met de renovatie van 176 treinstations en er komen 164.000 fietsparkeerplaatsen.

Het jammere is, de impact ervan voel je nu nog niet. Minister Gilkinet (Ecolo) staat nu nog volop in de wind, als gevolg van 20 jaar verrottingsstrategie. Zijn opvolgers zullen –als zijn beleid wordt voortgezet- met de pluimen gaan lopen. Met Groen en Ecolo in de regering wordt er eindelijk opnieuw geïnvesteerd in comfortabel, goedkoper en betrouwbaar treinverkeer.

De Lijn

Het contrast met De Lijn is groot, ook al beweert de Vlaamse regering (N-VA, CD&V en Open VLD) dat er geïnvesteerd wordt. Het gaat dan om € 1,3 miljard per jaar. Dat is verre van voldoende om, na jarenlange onderfinanciering, een kentering teweeg te brengen. De hervorming van De Lijn, met schrapping van bijna 3000 bushaltes, moest trouwens budgetneutraal gebeuren!
Een vergelijking met de MIVB, het Brussels openbaar vervoer, is frappant.

  1. Het openbaar vervoer in onze hoofdstad loopt al jaren beter dan in Vlaanderen en
  2. de Brusselse regering, met onze Groene minister Elke Van den Brandt, trekt elk jaar voor tram, bus en metro € 1 miljard uit.
    Dus € 1,3 miljard voor heel Vlaanderen (inclusief Gent en Antwerpen) tegenover € 1 miljard voor één stad. Investeerde de hoofdstad in 2018 per inwoner € 294 in de MIVB, dan ontving De Lijn datzelfde jaar € 34 per inwoner van Vlaanderen.

Wat moet er gebeuren?

Een inhaalbeweging is dringend nodig. Niet enkel om de klimaatdoelstellingen te halen, maar ook om de groeiende vervoersarmoede een halt toe te roepen. Want op tram en bus zitten voor 90% mensen die geen ander vervoersmiddel hebben. Investeren in tram en bus is dus een topvoorbeeld van rechtvaardig klimaatbeleid.

De Vlaamse regering doet het omgekeerde: miljoenen subsidies voor de onrendabele luchthaven Deurne en een premie van € 5000 voor wie dat geld echt niet nodig heeft om zich een elektrische wagen aan te schaffen. En dat terwijl meer openbaar vervoer per jaar ook € 4,8 miljard minder fileleed en € 13 miljard minder kosten aan verkeersongevallen betekent.

Het verschil is duidelijk: de NMBS zit (met het plan Gilkinet) op het juiste spoor; voor De Lijn is een spoorverandering van levensbelang.

 

Ingrid Pira