Ons Wooncongres in een notendop
01 December 2023
Slechts 21,6% van de 65-plussers huist in een aangepaste woning. Alleenstaande 80-plussers uit de laagste inkomenscategorie wonen in de meest onaangepaste woningen. Zij ondervinden problemen met trappen, drempels, geen toilet op slaapniveau, geen slaapkamer op begane grond. Woningen zijn vaak niet aangepast voor rolstoel en rollator.
Onaangepast en te duur
Ouderen blijven vaak te lang wonen in een te grote, onaangepaste, maar ook dure woning. Onderhoud, verwarming en eventuele aanpassingen wegen door op het beperkte inkomen uit pensioen. De energietransitie vergt hogere isolatienormen en andere verwarmingstechnieken, investeringen die ouderen vaak uitstellen.
Vooral de laagste inkomensklasse, die noodgedwongen terecht komt op de huurmarkt, heeft het moeilijk. Ze moeten vaak meer dan 1/3 van hun pensioen ophoesten. Daarbovenop zien ze hun energierekening stijgen, waardoor er niet genoeg rest om een menswaardig leven te leiden.
Vandaag is 1/3 van de sociale huurders ouder dan 65. Het aantal huurwoningen stagneert op 6% van de woningmarkt. Terwijl drie keer zoveel gezinnen, namelijk de 20% laagste inkomens, nood hebben aan dergelijke woning. Wie langer dan vier jaar is ingeschreven bij een sociaal verhuurkantoor of sociale huisvestingsmaatschappij kan een huurpremie aanvragen in afwachting van de toewijzing van een sociale woning. Maar wie een sociale woning weigert, verliest onmiddellijk die huurpremie.
Slechts 5,6 % ouderen in WZC
Het aantal assistentiewoningen verdubbelde in 10 jaar tijd tot 27.000, dankzij een verlaagde BTW. Door de hoge prijs en omdat de woningen soms te ver van de woonkern liggen, staan er duizenden assistentiewoningen leeg, hoewel de vraag naar kleiner en meer beschut wonen groot is.
Een kleine minderheid (5,6%) van de ouderen woont in een Woonzorgcentrum. Die groep zal klein blijven, want bij jonge senioren ziet amper 5% zichzelf ooit wonen in een WZC. De prijs die WZC-bewoners betalen, overstijgt het gemiddelde pensioen. Ook voor de overheid is de opvang van de groeiende groep zorgbehoevende tachtigers in grootschalige centra een zeer dure methode. En bovendien is er nu al een personeelstekort in de sector.
Meer delen, meer samen
Steeds meer oudere zoeken zelf naar formules van (intergenerationeel) samenhuizen, waarbij nabijheid, gedeeld ruimtegebruik en zorg voor elkaar kunnen samengaan.
Groen Plus is voorstander van deze formule omdat ze mensen uit het isolement haalt. En omdat de bewoners niet in een rol van zorgbehoevende geduwd worden, maar net aangesproken worden op wat ze nog wel voor elkaar kunnen betekenen.
In de eigen buurt
Buurtgebonden zorg, is de zorg van de 21ste eeuw, alleen op die manier garanderen we aan iedereen gelijke toegang tot zorg. Het woon- en zorgbeleid van morgen wordt uitgebouwd rond het lokaal dienstencentrum en gecoördineerd door de lokale overheid.
Divers en cultuursensitief
De diversiteit bij ouderen is groot.
Ongeacht de superdiverse achtergrond van de ouderen, is er ook veel wat verbindt. Elke oudere, ongeacht culturele achtergrond, geaardheid…, wil ouder worden in de vertrouwde omgeving, in een context waarin de eigen levenswijze wordt verdergezet.
Het doel van cultuursensitieve zorg is om de culturele factoren in acht te nemen en te werken aan wederzijds begrip en gelijkwaardige zorg. Cultuursensitieve zorg vraagt veel empathie en tijd om in te leven in de leefsituatie van de zorgvrager.
De nieuwe bestuursploeg
Een uitgebreide fotoreportage kan je hier bekijken.
Joost Fillet