Calais, ontmoetingen van mens tot mens

01 December 2023

Calais, ontmoetingen van mens tot mens

Sinds 2016 is de grote jungle in Calais opgedoekt, maar op zes plekken verspreid in de stad vind je nog ‘lieux de vie’, kampementen op braakliggende terreinen, of in kraakpanden.Om de twee dagen komt de politie de kampen ‘opruimen’, maar behalve tenten wordt er helemaal niets opgeruimd.

Tijdens een schoonmaakactie maak ik kennis met Claire, die me voorstelt om bij ‘l’accueil des femmes’ te komen werken. Lizzy, die regelmatig drie weken uit Engeland overkomt om voor de ‘auberge des migrants’ te koken, probeert me dan weer te ronselen voor de keuken, want er zijn handen te kort om elke dag voor een warme maaltijd te zorgen. Wat me opvalt? Zoveel inzet van mensen uit heel Europa, o.a. scoutsgroepen en vooral veel gepensioneerden.

Claire is al 7 jaar vrijwilligster en is sinds 2 jaar ook citoyenne-hébergeuse. “Op een dag was

er om 5 uur nog een familie zonder onderdak en we gingen de dagopvang sluiten. Ik ben toch vertrokken.
Ik voelde me daar zo slecht bij dat ik bij een vriendin ben gaan uithuilen. Sindsdien vang ik regelmatig mensen op voor enkele dagen”, legt Claire me uit.’

‘L’accueil de jour’ van de Secours Catholique werkt samen met partners voor maaltijden, onderdak, info… Dagelijks komen hier 500 à 800 mannen over de vloer, in golven, afhankelijk van het aantal oversteken. Vrouwen en kinderen verblijven er met 1200/jaar en hebben een aparte ruimte. Daar help ik. Terwijl ik thee zet vraag ik wie er een douche wil.
“Shower? Douche? Hamam?”. Een telefoontje zet de radertjes in gang. Een busje komt de vrouwen ophalen om elders te gaan douchen en brengt nadien ook warme maaltijden mee.
Het Rode Kruis komt langs met raadgevingen voor de overtocht. Ze delen flyers uit in alle talen. Gelukkig ben ik samen met Noura of Zouzou van dienst, die Arabisch spreken en die voor mij vertalen.

Wil je verhalen? Maglid, 17, uit Ethiopië vertelt me dat zij vanavond gaat oversteken en dus geen bed nodig heeft. Ja, ze vindt het wel eng, want “I don’t know how to swim”. Waar haar boot vertrekt weet ze nog niet. Dan een telefoontje van haar ‘passeur’.
“Pray for me, please”, fluistert ze me toe. Een knuffel. Zo dapper! Tot mijn grote verbazing tref ik haar de week nadien terug aan. Poging mislukt.
Een andere dag vallen er drie Eritrese meisjes binnen, een beetje uitgelaten. Ze zouden die nacht oversteken, maar de politie heeft hun boot lek gestoken. Tot aan hun nek stonden ze in de zee. Hun telefoons zijn kapot. Ze vragen een douche, verse kleren en hebben honger. Nee, geen slaapplaats nodig. Ze proberen deze nacht opnieuw…

In hetzelfde bootje zat een jonge moeder met 2 kinderen. Ze vertelt, met grote gebaren van machteloosheid van haar lange magere armen, dat ze het zo goed hadden in die rijke streek in Soedan, maar dat haar man is doodgeschoten. Tranen van woede. Een jonge vrouw uit Somalië vertrekt samen met haar broer. In the UK heeft ze familie en… haar verloofde. Ze toont me trots een ringetje in filigraan dat hij haar voor zijn vertrek gegeven heeft. Ze straalt. In een aangrenzende ruimte zie ik een mens met hoofd en handen ingewikkeld als een mummie. Van een vrachtwagen gevallen en juist ontslagen uit het ziekenhuis. Hoe meer ‘veiligheidsmaatregelen’ de overheid neemt, hoe groter de risico’s die de migranten (moeten) nemen…

Dweilen met de kraan open? Zo voelt het.
Maar deze ontmoetingen van mens tot mens zijn voor de vluchtelingen zo belangrijk. Hier zijn ze even ‘iemand’.

PS: Gisteren een whatsapp-bericht:
“Migrante d’origine érythréenne, 24 ans,
trouvée sur la plage,
morte par noyade”.

 

Micheline Peacock