Geweldloosheid begint van bij de opvoeding

13 Maart 2017

Geweldloosheid begint van bij de opvoeding

Pat Patfoort (°1949) engageert zich al een heel leven voor geweldloosheid tegenover zichzelf en tegenover anderen. 

Pat Patfoort (°1949) engageert zich al een heel leven voor geweldloosheid tegenover zichzelf en tegenover anderen. Dit is haar verhaal: Ik heb een geprivilegieerde jeugd gehad met een warme thuis. Ik kreeg veel waardering van mijn moeder en mijn vader gaf mij veel kansen, maar soms was hij nodeloos streng. Dat zette mij aan het denken. Zijn stem, zijn ogen en zijn gebaren boezemden mij als kind soms angst in. Ik herinner me dat hij mijn zus en mij als kleine kinderen betrapt had waar we niet hadden mogen zijn, volgens hem. Hij schreeuwde "ga naar huis en wacht op mij" en wij alle twee doodsbang in een hoekje kruipen en wachten tot hij terug zou komen. Toen hij 's avonds thuiskwamen het voorval al lang vergeten was, zaten wij nog in dat hoekje. Door zijn spontane en onverwachte uitbarstingen, was ik altijd bang voor hem. Achteraf bekeken zie ik dat hij goede bedoelingen had. Hij was een goede man die als pionier met groene ideeën en duurzame energie bezig was. De manier echter waarop hij zijn bezorgdheden uitte, was in die tijd een gangbare vorm van niet-fysiek geweld, die ik nu Meerdere-Mindere interactie noem.

Luisteren

Later heb ik er met mijn vader kunnen over praten. Ik begon met vragen te stellen over zijn opvoeding. Hij vertelde waar hij als kind onder geleden had, bijvoorbeeld dat zijn moeder hem nooit in bed had gestopt. Toen ik mijn vader vertelde dat ik als kind voor hem altijd bang was geweest, schrok hij. Onze gesprekken hebben mij gesterkt in mijn geloof in wat geweldloosheid vermag. Je kan het verleden niet veranderen, maar je kan wel maken dat de mindere positie waarin je in het verleden zat of die je gevoeld heb, dat die verandert. Die ommezwaai heb ik met mijn vader voor elkaar gekregen.

Vandaar mijn boodschap voor senioren: geef dat aan je kinderen, nu, want op een bepaald moment wordt het te laat. Je kan niet vroeg genoeg met een verzoeningsproces beginnen. Het proces bestaat er in vooral te luisteren. Durf het aan om te horen hoe de andere, je kind of kleinkind,  zich in een mindere positie geplaatst gevoeld heeft door jou. Ga niet in verdediging. Laat weten wat je hen hoorde zeggen: "ik hoor dat je daar onder geleden hebt".

Erken hun visie op feiten, probeer het niet te weerleggen. Zij trekken zelf wel besluiten en bedenken ook waarom jij zus of zo reageerde toen. Dikwijls zien zij ook de goede kanten in.

Gezin en carrière geweldloos combineren

Het is niet gemakkelijk om als vrouw je eigen leven te leiden en er ook te zijn voor je gezin. Van in het begin ben ik daar heel bewust mee omgegaan.

Aan mijn antropologisch wetenschappelijk onderzoek hield ik twee passies over: opvoeding en geweldloosheid. Ik wilde zoveel mogelijk ervaringen en kennis inzetten voor de opvoeding van mijn kinderen. De keuze om mijn kinderen in hun eerste zes maanden uitsluitend borstvoeding te geven was gestoeld op twee kennis- en ervaringsdomeinen. Enerzijds op de wetenschappelijke kennis van de rol van ptyaline, een stof die nodig is voor de vertering van zetmeel en die baby's pas vanaf 5 maand beginnen aan te maken. Anderzijds op verworven inzichten van vreemde culturen, waar vast voedsel pas gegeven wordt vanaf het moment dat de peuters beginnen te kruipen en te graaien naar voedsel.

Overal waar wij verbleven nam ik mijn documentatie uit mijn studieperiode en uit mijn bezoek aan Lanza del Vasto mee: een stapel over opvoeding en een stapel over geweldloosheid. Ik wilde die twee combineren in de opvoeding van mijn kinderen, maar kon geen boek vinden die het thema van geweldloos opvoeden specifiek behandelde. Ik besloot een eigen synthese te schrijven. Mijn verder opzoekingswerk bracht me naar centra in Amsterdam en Amersfoort, die door de Quakers waren geïnspireerd. Quakers leven geïntegreerd in de maatschappij. Ze zijn veel bezig met geweldloosheid en verdraagzaamheid. Ondanks dat ik jonge kinderen had, heb ik een opleiding bij de Quakers in Pennsylvania gevolgd.

Ik was  wettelijk gescheiden van de vader van mijn kinderen, maar we gebruikten die term niet graag. Wij hadden het over relaties die veranderen. Daar hebben we twee jaar aan gewerkt en er echt iets van gemaakt wat helemaal niet evident en courant was in die tijd. We hebben elkaar enorm ondersteund. Nu hoor ik van mijn zonen hoe enorm belangrijk het voor hen geweest is om te zien dat hun ouders elkaar graag bleven zien. Doordat hun ouders respect voor elkaar toonden, elkaar ondersteunden en er waren voor elkaar, hebben de kinderen geen trauma bij de scheiding gekend. Niet dat moeilijkheden genegeerd werden, die zijn er wel degelijk geweest, anders waren we niet veranderd van relatie. Maar het was ook zoeken naar elkaars noden en manieren om er optimaal mee om te gaan.

Geweldloosheid als beroep

Mijn passie voor geweldloosheid wortelt in ervaringen uit mijn jeugd. Ook later werd ik me bewust van houdingen van volwassenen die ik als onrechtvaardig ervaarde. Bijvoorbeeld het nonchalant wegwuiven van gemaakte beloftes: het gaat nu niet, het is ook niet zo belangrijk of "heb ik dat beloofd?"

Een inzicht groeide: volwassenen stellen zich als alweters op maar wat maken zij ervan? Ze vertellen dat je geen ruzie mag maken en vriendjes moet blijven maar hoe gedragen zij zich? En dan dacht ik: ze wilden me opvoeden op een manier waar ik niet mee akkoord ga.

Mijn man en ik kwamen in 68-69 in contact met nieuwe ideeën als bio-landbouw en alternatieve leefgroepen. Wij reisden naar de gemeenschap van Lanza del Vasto en verbleven daar een poos. Ondanks zijn diepe religiositeit en engagement in geweldloosheid was de oude man met zijn grote stok en zijn lange baard natuurlijk een patriarch die best in het 'Meerdere-mindere model' paste. Niettemin heeft hij ons sterk geïnspireerd en ben ik de weg van de geweldloosheid verder gaan uitspitten, vooral naar kinderen toe.

Uit mijn contacten met de Quakers leerde ik veel over het werken met groepen op een geweldloze manier. Daaruit vloeiden automatisch contacten met andere vredesorganisaties voort, zoals Pax Christi en Nederlandse centra voor geweldloze weerbaarheid. Mijn focus op kinderen en opvoeding maakten dat ik gevraagd werd voor trainingen van jongeren, bijvoorbeeld door Vlaamse organisaties als Jeugd en Vrede (sinds 2013 omgevormd tot Tumult .  Dankzij hen was de publicatie van mijn boek 'Ik wil, jij wilt niet' (1995, 2002) mogelijk:

Dat boek leert geweldloze opvoeding in de praktijk brengen. Het biedt eerst een theoretisch kader dat duidelijk maakt waarop geweldloze opvoeding gebaseerd is en hoe het in elkaar zit. Het grootste deel van het boek bestaat uit gecommentarieerde verhalen die de theorie zeer concreet en dus goed vatbaar en hanteerbaar maken. Het boek begint met een typering van twee omgangswijzen met meningsverschillen tussen twee partijen (mensen, groepen, enz.):  de gebruikelijke omgangswijze en de geweldloze omgangswijze.

Bij de gebruikeleijke omgangswijze is er een ongelijkheid in positie waardoor de ene partij in de positie van Meerdere staat en de andere partij in de positie van mindere (Meerdere-mindere of M-m model).  Ons instinct voor zelfbehoud zet ons aan om ons uit de 'mindere' positie te worstelen en een 'Meerdere' positie te veroveren. Hier komen verschillende mechanismen van geweld uit voort: opkropping van agressie, escalatie van het geweld, of een keten van geweld op derden: het is inderdaad eigen aan de mens zich weerbaar te willen opstellen of noem het beschermen, zich verdedigen, overleven. Maar dat we dit via het M-m model doen, is absoluut niet eigen aan de mens.

Bij de tweede omgangswijze wordt het Evenwaardigheidsmodel gehanteerd. Dat ligt aan de basis van geweldloosheid.

In de M-m omgangswijze wordt met argumenten gestreden. Positieve argumenten over de eigen standpunten, negatieve argumenten over andermans standpunten en vernietigende argumenten over de andere als persoon, zoals racistische en seksistische opmerkingen.

Daartegenover staan funderingen, dat zijn de  vaak onbewuste en niet uitgesproken onderliggende factoren van beide standpunten.

Sessies over geweldloze opvoeding

Hieruit kwamen sessies voort over geweldloze opvoeding bij de Internationale van de oorlogstegenstanders (IOT, de vroegere Vlaamse afdeling van War Resisters' International) nu omgedoopt tot Vredesactie . Daarna kwamen er aanvragen van allerlei soorten organisaties en instellingen (scholen, vakbonden, gevangenissen, ziekenhuizen, enz).

Langzamerhand ontwikkelde zich een netwerk. Dertig jaar geleden kwam ik via een professor in Colorado (VS) in contact met de Casa della Pace in San Giminiano (Italië) . Mensen uit heel Italië volgden daar retraites en seminaries.

Ik maak ook deel uit van de internationale academische organisatie IPRA, International Peace Research Association. Ik werk veel met universiteiten en geef voordrachten op de tweejaarlijkse conferenties van IPRA, met opnieuw veel mogelijkheden tot contacten in de hele wereld.

In mijn allereerste boek was er nog geen Meerdere-mindere schema. Dat is geleidelijk gegroeid. Ik vroeg aan heel veel mensen "wat is geweld en wat is geweldloosheid voor jou?" Wat zij vertelden bracht ik in kaart. Zo ontstonden twee schema's, dat van het Meerdere-mindere en dat van de Evenwaardigheid. Samen vormen zij de basis van de MmE-methode.

Op patfoort.be vind je materiaal en artikels over deze methode. Je vindt er ook een overzicht van de groepen en projecten waarin ik meegewerkt heb of nog meewerk: scholen, kinderopvang, internaten, leerlingen, directies en ouders, zorgcoördinatoren, en speciale groepen zoals gehandicapte kinderen die zich op school gediscrimineerd voelen, en buitenlandse projecten (Kaukasus, Kosovo, Ruanda, Libanon,?).

Er zijn ook e-groepen, vooral in Italië, die zelfstandig werken met oefeningen uit mijn boek 'Verdediging zonder aanval ? De kracht van geweldloosheid' (2006).

Met de Université de Paix in Namen heb ik vaak samengewerkt, onlangs nog rond een project om jongeren uit de drie gemeenschappen (Vlaamse, Waalse en Duitstalige) samen te brengen. In de laatste Nieuwsbrief van mijn vzw de Vuurbloem is hier een verslag over.

In het kader van de AFS ? American Field Service werk ik ook met onthaalgezinnen rond conflicthantering met jongeren.

Gevangenissen en loketten

Sinds een jaar of 20 werken wij met het personeel van gevangenissen en gedetineerden, zowel in groep als individueel. Dat geeft veel resultaat, lees maar de getuigenissen op de website van de Vuurbloem. Eén van onze vrijwilligers is een dame van 80+ jaar, die nog steeds één dag in de week van de ene naar de andere gedetineerde trekt.

Dan zijn er nog de loketten bij ziekenfondsen (respectvol omgaan met agressie) ziekenhuizen (conflicthantering binnen de teams of met patiënten of familie) en de 'einde-leven' begeleidingen, zowel bij palliatieve zorg als bij euthanasie ("Ma komt zondag bij ons sterven. Euthanasie en geweldloosheid",  uitg. Garant, Antwerpen, 2011.)

Ik weet wel dat er alsmaar nieuwe ideeën en methodes bij komen en dat is belangrijk. Niettemin blijft de MmE methode, die al een halve eeuw meegaat, vruchtbaar. Kijk maar naar de Vuurbloem. Wat die moeder met het Evenwaardigheidsbeginsel heeft bereikt bij haar mentaal gehandicapte dochter; dat is ongelooflijk! Ze woont nu zelfstandig.

De nieuwsbrieven van de Vuurbloem

Tot slot: In mijn boek beschrijf ik hoe ik het model toepaste binnen mijn gezin. Het is een rijke bron van getuigenissen die de efficiëntie van de methode illustreren. Een voorbeeld: Op een dag kwam mijn zoon op bezoek met zijn dochtertje van vier. Wij hadden iets te bespreken en het kind kwam ons onderbreken. Mijn zoon zei: "ik zou nu met mijn moeder willen spreken, straks kom ik bij jou?". Het kleintje liet ons verder met rust terwijl zij dat een paar weken voordien nog niet kon.

Het helpt dat wij allebei zo handelen en spreken, het is consistent. Je hoeft niet kwaad te worden of  te straffen.

We wonen naast elkaar, mijn oudste zoon, zijn gezin en ik. Op een dag hebben ze mij respectvol en vriendelijk meegedeeld dat zij vonden dat ik te vaak aanbelde. Het is goed dat ze dat hebben kunnen zeggen en dat ik heb kunnen luisteren. Als ik nu van een reis terug ben dan loop ik daar niet direct binnen, maar stuur een berichtje 'ik ben terug thuis' en zij doen hetzelfde naar mij toe.

Niet durven uitspreken wreekt zich onder de vorm van Meerdere-mindere uitbarstingen. Ik hoor zoveel grootouders die zich verplicht voelen om kleinkinderen bij te houden. Hier is dat niet, van beide kanten niet.

Een gezonde oude dag

Ik zie mijn nabije toekomst als gezond en actief blijven. Ik kom net uit een grote beproeving. In totaal heb ik drie grote gezondheidsproblemen gehad, naast een aantal kleinere.

Pat: "Twintig jaar geleden heb ik darmkanker gehad. Ik ben geopereerd en ben er uitgekomen. Als ik ziek was, maakte ik gebruik van het vasten omdat ik tijdens mijn doctoraat, de fysiologie van vasten had bestudeerd. Zo wist ik dat als je niet eet het lichaam eerst de reserves opgebruikt, vooraleer aan de vitale organen te raken. Als je een beetje vet hebt dan kun je gemakkelijk een maand tot zes weken lang vasten zonder schade aan te richten. Je gebruikt dan enkel de reserves en wat niet nodig is voor het lichaam. Ik ga het nooit kunnen bewijzen, maar ik heb een maand lang gevast en ik had geen uitzaaiingen. Dus hoefde ik geen therapie, geen radio- en geen chemo, enkel een operatie. Zes weken later was ik terug aan het werk, zittend weliswaar want ik kon niet lang staan. Tijdens dat vasten heb ik erg veel gerust, maar toch ook heel wat activiteiten verricht, zelfs alle maaltijden voor mijn gezin klaargemaakt. 

Nuvast ik nog altijd als ik ziek ben, maar wel kortere periodes. Als je vast moet je goed opletten bij het begin en bij het einde ervan, je moet dat onder deskundige begeleiding doen of na enige studie ervan."

Pat heeft ook een reeks kleine tromboses gehad. Pat: "Dat had te maken met hetgeen rond mijn moeder gebeurde:  de periode die aan haar euthanasie voorafging. Ik voelde de trombose komen, een soort koude in de schedel. Ik heb aan stress moeten werken. Daar ben ik uitgekomen, het is totaal weg. Maar ik let sindsdien goed op stress-signalen."

Een algemene ontsteking van de spieren

Recent leed Pat aan polymyalgia-rheumatica, een algemene ontsteking van de spieren, waar veel senioren mee te maken hebben. Pat: "Hoe het bij mij begonnen is, weet ik niet zeker, misschien de ziekte van Lime, waarvan het virus in mijn bloed is gevonden. Nu ben ik zo goed als hersteld en kan weer praktisch alles doen, zonder vreselijke pijnen. Ik kon haast niet uit de zetel, kon heel veel bewegingen niet meer doen, sliep in stukjes van drie kwart uur. Normaal worden cortisone en steroïden voorgeschreven, maar ik ging op zoek naar een alternatieve behandeling. Met een dokter die er voor open stond heb ik fytotherapie gebruikt. Ik ben ook naar een paar acupuncturisten  geweest. Het kostte heel wat geduld en oefeningen om heel progressief heling te bereiken. Een jaar geleden kostte het mij nog alle moeite van de wereld om mijn kleinste kleinkinderen op te pakken en in hun bedje te stoppen. Nu ga ik de trap op met het kleindochtertje op mijn arm. Mijn man en ik gaan weer rotsen beklimmen. Ik kan fietsen zoveel als ik wil.

Een belangrijke boodschap is dat ik nooit gestopt ben met werken. Op een gegeven moment kon ik niet meer anders dan met een stok stappen. De stok verraadde niet wat er scheelde en  ik probeerde er niet teveel over te vertellen, maar in de kortste tijd had zich het nieuws verspreid dat ik ziek was en niet meer kon werken. Toen het gerucht verspreid was, ging ik me overal tonen 'zie, ik ben er nog en ik doe mijn werk en ik ga naar conferenties en zo'. En nu ben ik er uit, na 2,5 jaar, dat is ? mits veel oefenen en doorzetten ? toch een wonder. Ik blijf dan ook de oefeningen doen. Ik heb doorzettingsvermogen en discipline. Als ik iets wil, dan zal ik het bereiken. Toen kon ik niks zonder pijn en nu voel ik zelfs dat het me deugd doet.

Deze boodschap wil ik zeker meegeven: ik kreeg mijn goede gezondheid niet zomaar, ik ben ook ziek geweest. Ik voel veel energie terugkomen en kan mijn activiteiten weer normaal doen. Ik werk, ben met de kleinkinderen bezig, doe oefeningen om in vorm te blijven en slaap voldoende. Ik ga op reis, met mijn wandelstok en valiezen, die ik eerst niet alleen uit de trein kon krijgen, maar nu wel.

Ik ben bijna 68 jaar, ik was 65 toen het begon. Niet denken: ik ben oud, het kan alleen maar erger worden. Het is niet van 'het wordt beter', want dat weet ik niet, maar ik doe er iets aan.

Voor mij is geweldloosheid ook zoiets. Ik weet niet waar ik uitkom, ook in de opvoeding van kinderen en kleinkinderen, maar ik pak wel die weg, want 'het doel is de weg' zegde Gandhi.

Tania Solomaniuck

Lees het volledige interview met veel voorbeelden uit het dagelijkse leven in bijlage (interview pp)

 

BIJLAGEN:

interview_pp_website.pdf