Groenplus wil dat de gemeente een lokaal woonzorgbehoefteplan opmaakt en een aantal woningen of kavels ter beschikking stelt om wijk-gebonden zorghuizen te verwezenlijken. De Vlaamse overheid subsidieert.
Om dit mogelijk te maken willen we een erkenning – en investeringsstop voor de huidige grootschalige woonzorgcentra.
In de kleinschalige zorghuizen kunnen de criteria voor kwaliteit, veiligheid en hygiëne beter op elkaar afgestemd worden. De bewoner krijgt zo meer autonomie en de zorgverstrekkers is meer betrokken. Op termijn, na 2030, kunnen kleinschalige zorghuizen ook makkelijker een nieuwe bestemming krijgen. De zorghuizen dienen open te staan voor hun omgeving (bv cafetaria en restaurant).
Soms wordt de nood aan zorg zo groot dat permanente opvang nodig is. Soms is dit een grote nood aan fysieke zorg, soms ook weegt de eenzaamheid en psychische onzekerheid enorm en zoeken mensen beschutting bij anderen, in collectieve woonvormen. De overheid subsidieert sinds de jaren 60 van vorige eeuw rusthuizen om aan de vraag naar beschutting en zorg een antwoord te bieden.
Het rusthuis van gisteren heet vandaag woonzorgcentrum (WZC). Enkel ouderen met zeer grote fysieke zorgnood of ouderen met gevorderde dementie kunnen er terecht. Dat heeft het karakter van de voorziening grondig veranderd. Wat vroeger een rusthuis was, wordt steeds meer een ‘sterfhuis’. Ieder jaar overlijdt een derde van de bewoners. Wie ‘moet’ verhuizen naar een WZC weet dat het leven er wordt gereduceerd tot wachten. Wachten op het ontbijt, het middagmaal, (misschien) bezoek … wachten op het einde! Mee koken, dieren of planten verzorgen, van de ene op de andere dag kan het niet meer!
Zowel de organiserende besturen als het personeel zetten zich enorm in.
Maar het wordt almaar moeilijker om kwalitatief hoogstaand werk te leveren. Tien jaar geleden kon meer dan de helft van de bewoners nog zelfstandig eten en met geringe hulp het ochtendtoilet maken nu is dat nog amper 1 op de 5.
Er is onvoldoende personeel, en er is te weinig tijd om te investeren in individuele zorg en aandacht. Dat is nochtans enorm belangrijk voor de groeiende groep bewoners met dementie die vaak onzeker en angstig zijn.
De overheid heeft geen antwoord op deze evolutie, wel integendeel. Recent nog schrapte de Vlaamse regering de subsidies voor animatie in woonzorgcentra. Kwaliteit wordt gereduceerd tot hygiëne en veiligheid.
Nochtans is het duidelijk dat het huidig beleid een doodlopend spoor is. Als je met het huidige model van WZC alle zwaar zorgbehoevenden van morgen een plek wil garanderen, moeten er tussen 2010 en 2021 elke maand 166 bijkomende bedden of drie nieuwe rusthuizen van gemiddelde grootte worden gebouwd. Of nog: in 2030 zijn er 57 % meer bedden nodig dan in 2010. Dat is niet haalbaar, niet betaalbaar en niet wenselijk. Bovendien zal het aantal hoogbejaarde ouderen na 2030 weer afnemen en zullen er WZC leeg staan. De verantwoordelijke ministers belijden al jaren lippendienst aan de kleine buurtgebonden woonzorghuizen. Nu en dan valt er een subsidiekruimel van de tafel. De grote geldstromen blijven vloeien naar de grootschalige woonzorgcentra. Steeds vaker worden zorgflats gebouwd rond de woonzorgcentra en ontstaan er geïsoleerde ‘ouderenwijken’. Dit staat haaks op het principe om zo lang mogelijk in eigen buurt te wonen.
Terug naar wonen
Menselijker, eerlijker, gezonder #wijtellenmee