Verslag Groene Strandjutters dag vier
Donderdag 26 juni 2025
We starten de dag naar gewoonte, met ontbijt en picknick maken en stappen om 9.15 uur in de bus richting Leffinge voor een bezoek aan het orgelmuseum.
Ik keek met een zeker voorbehoud naar deze activiteit. Orgelmuziek heeft wel een erg hoog OKRA gehalte, toch?
We komen toe bij het museum ‘De zoeten orgel’ en buiten de verwijzing naar een terras achteraan lijkt dit op een doorsneewoning, geen museum.
Dit museum ligt achterin in een bijgebouwtje, ernaast nog enkele bijgebouwde kotjes met onder meer een WC. Vlaamser wordt het niet.
Ook de hartelijke ontvangst, mooi gedekte tafels met koffie, zelfgemaakte taart en snoepjes is typisch Vlaams.
In het kleine lokaal staan heel wat draai- en andere orgels Meest opvallend een muur-breed DECAP -orgel zoals je die vond in (baan) dancings.
Lieve eist onmiddellijk het eigenaarschap op voor haar stad Herentals waar de orgels gemaakt worden
DECAP is maar een stukje Herentals, het verhaal is veel ingewikkelder zo komen we te weten van de enthousiaste orgelbouwer en verzamelaar Eddy Goderis.
Eddy werd al op jonge leeftijd besmet met het orgelvirus toen hij op bezoek was in de Internationale boekhandel in Brugge waar een orgel speelde. Maar de boekhandel ging failliet en alles werd opgekocht door Japan.
Eddy levert als elektricien stukken aan het orgelmuseum in Tilburg en leert daar de stiel. Van dan af zal Eddy oude orgelstukken opkopen en orgels renoveren en opbouwen.
Terwijl we taart een en koffie drinken krijgen we een rondleiding door de geschiedenis van grammofoon en orgel.
De eerste muziek in de salons kwam van krassende grammofoonplaten. Eén nummer per keer en om de vier liedjes een nieuwe naald.
De techniek om muziek te spelen via papieren rollen met gaatjes waardoor lucht werd geblazen opende een nieuw tijdperk.
De draaiorgels kwamen op in het verlengde straatmuzikanten met buikorgeltjes. In Nederland zie je vooral draaiorgels op de straat in België vind je van dan af de dansorgels. Dat komt onder andere, omdat die zware apparaten in het vlakke Nederland makkelijker te verslepen waren, terwijl Belgen bourgondischer zijn, zodat orgels om bij te dansen daar meer opkwamen.
Naast Parijs ontwikkelde Antwerpen (en niet Herentals 😊 ) zich omstreeks 1900 als belangrijk productiecentrum van mechanische orgels. Met als voornaamste fabrikanten Decap en Mortier. Dansorgels werden met de bijhorende orgelboeken big business. Caféhouders lieten vaak aparte danszalen met een orgel aan hun zaak bouwen, streden om het grootste, mooiste orgel en het publiek wilde de nieuwste deuntjes horen.
De orgels werden aanvankelijk aangedreven door een groot wiel dat met de hand rondgedraaid kon worden en waarmee de orgelboeken werden doorgevoerd en lucht aangeblazen werd voor de orgelpijpen (later veelal vervangen door (elektro)motoren en blowers). De muziek werd speciaal voor deze orgels gearrangeerd en vertaald middels gaatjes in de orgelboeken, waar lucht doorheen geblazen werd naar orgelpijpen. Later kwamen er boekenwielen, zodat meerdere melodieën achter elkaar konden worden afgespeeld.
Het verschil tussen Mortier en Decap, Mortier vraagt wat je kan betalen en ontwerpt het orgel op maat van je portemonnee, Decap bepaalt zijn prijs, geen geld geen orgel.
Door de Antwerpse firma Mortier (in 1952 geliquideerd) werden ruim zeshonderd orgels gebouwd.
Aloïs Decap was grondlegger van het bedrijf in de Antwerpse Essenstraat, waar de fabriek nu nog gevestigd is. Aloïs bouwde samen met zoon Livien orgels vanaf de jaren dertig met mechanisch uitwaaierende accordeons, drumstellen (met woodblok, tamboerijn, rumbaballen) en saxofoons met openende en sluitende ventielen op het front. Begin jaren vijftig werden elektronische instrumenten toegevoegd. Het bedrijf richt zich nu voornamelijk op het restaureren van orgels.
Frans, de zoon van Aloïs, vestigde zich in 1934 zelfstandig in Herentals (dus toch Herentals 😊). Zijn zonen Ton en Frank richten zich op de innovatie van dansorgels middels elektronica en computersturing. De orgelbouwers in Antwerpen zijn schrijwerkers en timmermannen, de orgelbouwers in Herentals zijn muzikanten.
Decap in Antwerpen en in Herentals bouwen en restaureren nu nog orgels. We horen het verschil tussen de verschillende orgels en zingen luid mee met de klassiekers als de purperen hei, de vogeltjesdans…toch een beetje een rusthuisgevoel.
Maar het was de moeite om kennis te maken met de orgelwereld.
We rijden verder richting Frankrijk en onze volgende halte is Bezoekerscentrum Duinpanne waar we picknicken.
Het bezoekerscentrum De Panne is uitzonderlijk dicht om 17.00 uur want op zaterdag en zondag viert het centrum ORKA Reveil. Het skelet van Reveil, de orka die in 2023 aanspoelde op het strand van De Panne, krijgt een ereplaats centraal in het bezoekerscentrum.
Daarom bezoeken we eerst de tentoonstelling SEA CHANGE.
Deze permanente tentoonstelling wil de Noordzee op een veelzijdige manier belichten. Zowel de schoonheid als de bedreigingen van de Noordzee komen aan bod aan de hand van 6 thema’s : biodiversiteit, zeebodem, zeespiegel en vervuiling, gebruikers en een oriëntatietoren.
Een goed opgezette en interessante tentoonstelling die ons nog eens wijst op de grootsheid van de zee maar ook op de enorme bedreigingen van de biodiversiteit van de zee door onze menselijke activiteit.
Het bezoekerscentrum Duinpanne is centraal gelegen in het Calmeynbos.
Op eigen maat doen we nog een bewegwijzerde wandeling. Schitterend mooie omgeving zeker aan te bevelen om nog een terug te komen eventueel met kleinkinderen.
Terug naar hotel Sandeshoven voor ons ‘laatste avondmaal’
Om 20.15 uur kijken we samen nar een hoopvol filmpje over samenwerking over de grens tussen West Vlamingen et les Tschi uit het Noorden van Frankrijk.
We bedanken Kathleen, Lieve en Gerda en bezetten het terras voor een afscheidsdrink.
Verslag: Mieke Vogels