Experimentele ecologische wijk EVA Lanxmeer: 30 jaar jong en still going strong

 

Bron : www.gebiedsontwikkeling.nu

EVA_Lanxmeer-afb1.jpg

Het klinkt als een opgave van nu: een integrale gebiedsontwikkeling samen met de toekomstige bewoners, met duurzaamheid hoog in het vaandel. Toch hebben we het hier over de plannen voor de experimenteel ecologische wijk EVA Lanxmeer, dertig jaar oud maar nog volop relevant. Wat zijn de lessen van dit wereldwijd vermaarde pilotproject? Denise Vrolijk reisde af naar Culemborg voor een 'revisited'.

EVA Lanxmeer is een uniek initiatief vanuit de samenleving, met een rijke set aan duurzame ambities (zie kader). Centrale vraag destijds was: hoe kan een integrale gebiedsontwikkeling bijdragen aan een duurzame samenleving? Marleen Kaptein, initiatienemer en drijvende kracht achter EVA Lanxmeer, maakte samen met een vooraanstaande adviesraad het concept voor de ecologische wijk. Zij werd geïnspireerd door het Brundtland-rapport ‘Our common future’ van de VN-commissie uit 1987. Hierin wordt gepleit voor een integrale aanpak van de crises op het gebied van milieu, duurzame ontwikkeling en economie. Het bestuur van de later op te richten Stichting E.V.A. (Ecologisch Centrum voor Educatie, Voorlichting en Advies ), schaarde zich unaniem achter het concept voor de wijk. Bijzonder is het ontwikkelingsproces: EVA Lanxmeer werd in gezamenlijk opdrachtgeverschap met de gemeente Culemborg ontwikkeld. Er was geen gebiedsontwikkelaar betrokken. Vanuit de hele wereld is er interesse getoond voor de duurzame innovaties en het ontwikkelingsproces. Inmiddels hebben 1.800 (!) groepen de wijk bezocht.

Integrale aanpak

Doelstellingen van het EVA Concept waren: integratie van mens- en milieuvriendelijke architectuur in harmonie met het bestaande landschap. Met aandacht voor cultuurhistorie, duurzame water- en energiehuishouding. de betrokkenheid van bewoners was essentieel. Zij werden gezien als de dragers van het duurzaamheidsideaal. Het zijn verrassend actuele en nog steeds urgente opgaven, nu we door de nieuwe Omgevingswet te maken hebben met meer aandacht voor participatie, en de energietransitie en klimaatadaptatie steeds belangrijker opgaven worden. De integrale aanpak was in de jaren 1990 zeker nog niet gangbaar. Het was de tijd van de Vinex-wijken, met een scheiding van functies en top-downbenadering door de overheid. Voor duurzame ambities of bewonersparticipatie was te weinig ruimte.

EVA_Lanxmeer-afb2.jpg

‘EVA Lanxmeer, zes hoven ten zuidwesten waterwingebied_ Jeroen Komen, Ik kan vliegen (1)’ door Jeroen Komen (bron: Jeroen Komen, Ik kan vliegen)

 

Marleen Kaptein (initiatiefneemster): “De Postbus 51-spotjes ‘Een beter milieu begint bij jezelf’, met het advies om korter te douchen en minder lampen aan te doen, bereikten de samenleving onvoldoende. Tastbare en inspirerende voorbeelden waren nodig. Dat zijn we in EVA Lanxmeer gaan doen. Het voorbeeldproject werpt nog steeds zijn vruchten af. Bewoners zijn betrokken bij hun woonomgeving, wat blijkt uit vele initiatieven voor zelfbeheer. En vanuit de hele wereld komen mensen kijken naar onze duurzame leefomgeving. De bijzondere samenwerking, in gezamenlijk opdrachtgeverschap met de gemeente, was een belangrijke sleutel tot succes. De toekomstige bewoners zijn van begin tot eind actief betrokken geweest bij de ontwikkeling. We konden het proces daardoor mede sturen en erop toezien dat onze duurzame ambities werkelijkheid werden.”

Duurzaam vormgegeven landschap

Tussen het stadscentrum en treinstation van Culemborg, zijn zo’n 350 woningen, diverse werklocaties en scholen gebouwd - deels in een voormalig waterwingebied. EVA Lanxmeer is een duurzaam vormgegeven landschap met respect voor het Betuws rivierenlandschap. Hier is het stedenbouwkundig plan op gebaseerd. De oude rivierarm van de Lek vormt de ruggengraat van het ecologisch netwerk en het wijkgroen. In EVA Lanxmeer komen veel functies samen: wonen, werken, leren en recreëren. Duurzame energie en integraal waterbeheer in wadi’s, een retentievijver en helofytenvelden. Biodiversiteit, milieuvriendelijke architectuur in houtskeletbouw met funderingen op schuimbeton, gemeenschappelijke binnenhoven én niet te vergeten bewonersparticipatie.

EVA_Lanxmeer-afb3.jpg

‘Bewoners onderhouden samen het groen’ door Huub van Beurden (bron: Huub van Beurden)

 

De grote betrokkenheid van bewoners heeft geleid tot allerlei duurzame initiatieven. Aan de noordelijke rand van de wijk ligt biologische stadsboerderij Caetshage, met het Caetsdeel. Dit is een organisatie die werkgelegenheid biedt aan mensen met een beperking. Zij zijn samen verenigd in de stichting Caetshage. De bewoners richtten de eigen energiemaatschappij Thermo Bello op en namen de exploitatie van het lokale warmtenet over van Vitens. De bewonersstichting Terra Bella draagt zorg voor beheer van het openbaar groen. Samen onderhouden de bewoners de collectieve binnentuinen. Ook de boomgaard in de beschermingszone van het Vitens-waterwingebied wordt door bewoners beheerd. De 24 seniorenappartementen van ‘Het Kwarteel’ zijn in collectief particulier opdrachtgeverschap ontwikkeld en ook de 18 kaswoningen zijn gerealiseerd op initiatief van een bewoner-architect. Samen met Vrijstad Energie is een van de parkeerterreinen overdekt met een dak van zonnepanelen. Ook staan hier laadpalen voor elektrische (deel)auto’s.

De experimentele vorm van gebiedsontwikkeling, een coproductie van de Stichting E.V.A. en de gemeente Culemborg, was nog niet eerder voorgekomen in Nederland. Wat kunnen we leren van dit destijds unieke proces?

Interactieve beleidsontwikkeling

Jean Eigeman was in de jaren 1990 een jonge wethouder ruimtelijke ordening. Hij durfde het experiment wel aan te gaan: “De plannen van Marleen Kaptein sloten aan bij onze gemeentelijke duurzaamheidsambities. Ze had een goed integraal verhaal en een indrukwekkende club adviseurs om zich heen. De intrinsieke motivatie van mensen, hun wensen en vragen, zijn voor mij belangrijk bij gebiedsontwikkeling. Als je mensen wil betrekken, dan moet je als gemeente zelf ontwikkelaar zijn. Zo realiseer je interactieve beleidsontwikkeling. De gemeente was risicodragend opdrachtgever voor het ontwerp van de eerste honderd woningen, tot aan het definitief ontwerp. Vervolgens is een duurzame aannemer geselecteerd. Deze bouwde de woningen en verkocht ze aan de bewoners.”

EVA_Lanxmeer-afb4.jpg

‘Mandelige binnenhoven’ door Huub van Beurden (bron: Huub van Beurden)

 

Jan Goed, destijds directeur van de Sector Ruimte in de gemeente Culemborg, beaamt dat de samenwerking met toekomstige bewoners een belangrijk onderdeel was van het succes van EVA Lanxmeer: “We hebben de belangstellenden heel vroeg in het planproces betrokken, zo ontstond al een verhaal rond EVA Lanxmeer. In plaats van alles aan de voorkant te regelen, hebben we de tijd genomen in het ontwikkelingsproces. Ik noem het intuïtief ontwikkelen. Dat wethouder Jean Eigeman al vroeg zijn nek heeft uitgestoken en bestuurlijke goedkeuring heeft geregeld, was cruciaal in het proces. We konden daardoor op ontdekkingstocht in een ‘levend lab’. En zoeken naar vernieuwing door de creativiteit van belangstellenden en toekomstige bewoners in te zetten.”

Goed opdrachtgeverschap

“Voor de gemeente ligt hier een regisserende en faciliterende rol. Goed opdrachtgeverschap is belangrijk”, zegt Goed. “Ik zie het ook als een leerproces”, zo vult Eigeman aan. “Het is essentieel dat je bestuurlijke medewerking krijgt. Werk aan die samenwerking. Maar houd als gemeente wel de regie op bepaalde zaken. Zoals eigendom van de grond, planning, vormen van collectief particulier opdrachtgeverschap en samenwerking met bouwers. De gemeente heeft extra geïnvesteerd in de inrichting van het stadslandschap, inclusief duurzame infrastructuur voor waterhuishouding en aanleg van lokale stadsverwarming. De provincie stelde een contingent van 200 woningen beschikbaar – essentieel om te kunnen starten met het experiment. Ook kreeg de Stichting E.V.A. diverse subsidies. Woningcorporatie BetuwsWonen realiseerde de 20% sociale huur.”

EVA_Lanxmeer-afb5.jpg

‘De waterhof’ door Huub van Beurden (bron: Huub van Beurden)

 

Gerwin Verschuur, sinds 2004 bewoner van EVA Lanxmeer, was vanuit zijn werk al jaren bezig met duurzame opgaven. In de wijk heeft hij meerdere bestuursfuncties gehad, en is nu directeur van Thermo Bello. Verschuur: “Ik zie EVA Lanxmeer als het prototype voor demografische, sociale en economische transities naar een duurzame samenleving. Om steden en dorpen aantrekkelijker te maken, moet de huidige productbenadering (woningen bouwen) plaatsmaken voor een procesbenadering. Met toekomstige bewoners als potentiële ontwikkelingspartners, en niet als klanten. Gebiedsontwikkeling zou via slimme planningsinstrumenten en participatiemethoden meer moeten inzetten op cocreatie en mede-eigenaarschap. Dit versterkt de sociale cohesie en duurzame betrokkenheid bij de wijk. Marleen Kaptein heeft hiervoor in EVA Lanxmeer de kiem gelegd met het EVA Concept en haar onuitputtelijke betrokkenheid.”

Zintuiglijke ervaringen

Kaptein wijst op de grote rol voor verbeelding: “We benaderen de duurzame samenleving nog te veel vanuit het hoofd, met onderzoeken en technische innovaties. Een gezonde samenleving is ook gebaat bij de zintuiglijke ervaring. Wat doet het met je, om in duurzame groene omgeving te leven?” “Daarvoor heb je ruimte nodig in je proces, en tijd”, zegt Goed. “Je moet dingen kunnen laten ontstaan.” Eigeman: “Neem mensen serieus, geef ruimte aan kennis en expertise. Organiseer geen draagvlak voor iets wat je zelf bedacht hebt, maar laat toekomstige bewoners meedenken over de duurzame inrichting van hun wijk.” Verschuur: “Door een uniek samenspel van bestuurlijke ruimte, een goede locatie en aansluiting van wederzijdse doelstellingen, is dit in EVA Lanxmeer heel goed gelukt. Bewoners zijn betrokken bij hun duurzame leefomgeving. Ook 22 jaar na oplevering van de wijk.”

Projectgegevens EVA Lanxmeer

In EVA Lanxmeer zijn tot nu toe circa 350 woningen in hoven rondom mandelige binnentuinen gebouwd. Daarnaast vinden we er een ecologische stadsboerderij, boomgaard, enkele kantoren, diverse scholen en een woonzorginstelling voor dementerenden (BetuweHoeve).

Het totale oppervlak van EVA Lanxmeer beslaat circa 30 hectare. Hiervan is 6 hectare wonen, 4,5 hectare werken en 1,5 hectare een mix van wonen en werken. De ecologische stadsboerderij beslaat 4 hectare, scholen en het zwembad liggen eveneens op 4 hectare. Er is circa 10 hectare groen gebied. De 71 sociale huur-, en 6 sociale koopwoningen zijn gerealiseerd door BetuwsWonen.

De bouw van EVA Lanxmeer is in februari 1999 gestart en grotendeels in 2006 opgeleverd. Er bleven toen nog enkele kavels over. Het laatst gerealiseerde woonhof, het Quartet, is opgeleverd in 2020 en afgelopen jaar zijn er nog 13 Tiny Houses geplaatst.

De betrokken partijen: gemeente Culemborg in gezamenlijk opdrachtgeverschap met Stichting E.V.A.

De stichting kreeg medewerking van: Architectenbureau Orta Atelier, bureau opMAAT – nu Atelier GroenBlauw (integraal waterconcept), C.O.R.E International (duurzame energieconcept), directeur AURO verven, tevens tuinarchitect, De Waard Eetbaar Landschap: met bijdrage aan het EVA Concept vanuit Permacultuur-ontwerpprincipes, directeur Leembouw Nederland en enkele anderen. Extern projectleider: Hein Struben Advies vanaf april 1996.

Externe partijen

  • Woningcorporatie Betuws Wonen, Provincie Gelderland.
  • Stedenbouwkundig bureau BügelHajema (wijziging bestemmingsplan en opstellen van het Stedenbouwkundig Programma van Eisen in 1997), Joachim Eble van Econnis (Ontwerp Stedenbouwkundig plan in 1998), Hyco Verhaagen van Copijn tuin- en landschapsarchitecten.
  • Woningontwerpen vanaf 1998 door leden van VIBA – Vereniging Integrale Bio-Logische Architectuur.
  • C.O.R.E International en Dijkoraad (ontwikkelaars lokaal warmtenet), NUON, Novem, Waterbedrijf Gelderland (nu Vitens) Waterschap Rivierenland, Polderdistrict, Zuiveringsschap, AVRI.
  • VROM/RPD: toekenning diverse subsidies aan Stichting E.V.A.: onder andere voorbereiding participatieproces met toekomstige bewoners in februari 1997 met fl. 40.000,-.
  • Stimuleringsfonds voor Architectuur: subsidiëring van het interdisciplinaire ontwerpproces in 1997 voor het Stedenbouwkundig plan met fl. 80.000,- op aanvraag van Stichting E.V.A.
  • Substantiële bijdrage van StIR -Stimulering Intensief Ruimtegebruik in 2000 van fl. 200.000,- op aanvraag van gemeente.

EVA Lanxmeer rust op een gemeentelijke grondexploitatie.

Thema(s) waar de nadruk op ligt:

  • Een verkaveling, gekoppeld aan een gemeenschappelijk eigendom en beheer van de binnenhoven (in mandeligheid) die de betrokkenheid van bewoners vanzelfsprekend maakt.
  • Ecologische groenstructuur (permacultuur).
  • Ecologische architectuur in relatie met organische ontwikkeling van het landschap. In een groene, gezonde leefomgeving met ruimte voor recreatie, en rekening houdend met de ‘Genius Loci’, de specifieke en historische eigenschappen van de locatie.
  • Integratie van functies: wonen, werken en recreëren leidt tot vermindering van vervoersbewegingen.
  • Lokale voedselproductie in een ecologische stadsboerderij met sociale en educatieve functies.
  • Integraal waterconcept met zoveel mogelijk opvang van regenwater en gescheiden systemen voor afvoer van grijs en zwart afvalwater.
  • Duurzame energievoorzieningen, en op den duur CO2-neutraal.
  • Gebruik van ecologische bouwmaterialen (onder andere houtskeletbouw, natuurverf), ontwerpen op de zon, uitstekende isolatie en mogelijk groene daken.
  • Niet heien in kwetsbare gebieden, maar kiezen voor fundering van schuimbeton.
  • Zoveel mogelijk sluiten van stof- en energiekringlopen. Zichtbaar maken van natuurlijke kringlopen.
  • Ontwerpen van ontmoetingsplekken, voorwaarden scheppen voor participatie van (toekomstige) bewoners en gebruikers bij ontwerp en beheer van de wijk.
  • Overdracht van kennis en ervaringen aan brede groepen: onder andere onderwijs, gemeenten, organisaties gericht op verduurzamen van de samenleving.

Bijzonder: de duurzame kernwaarden en innovaties in woningen en woonomgeving, aansluiting op het historische landschap en respectvolle omgang met het voormalige waterwingebied, de participatie van bewoners en het gezamenlijke opdrachtgeverschap van gemeente en Stichting E.V.A. zonder tussenkomst van een ontwikkelaar.