Coronanieuwsbrief 8 - bijlage 3: Het kan en moet anders

Het kan en moet anders

GroenPlus 25/06/2020

De Corona-crisis liet ons de wereld op een andere manier zien. Structurele tekortkomingen zijn scherp gesteld. Maar we zagen ook sterktes. En onontkoombare maatschappelijke uitdagingen.  

Oproep tot gesprek en afstemming

GroenPlus roept haar moederpartij Groen op om binnen de partij over onderstaande voorstellen te discussiëren, en in gesprek te gaan en afstemming te zoeken met andere democratische partijen, vakbonden, sociale en jongerenbewegingen uit het middenveld, en belanghebbende economische actoren om samen te wegen op de vormgeving van het relancebeleid.

We zagen

Dat de mens niet boven de natuur staat. Deze crisis wordt nog te zeer gezien als iets wat wij mensen wel zullen overwinnen, als we maar enkele miljarden investeren in de zoektocht naar het juiste vaccin. Maar tenzij we onze relatie met de natuur herzien, zadelen we de komende generaties op met steeds meer pandemieën.

  • Doorgeslagen globalisering zorgt enerzijds voor het snel en wereldwijd verspreiden van virussen en maakt ons anderzijds afhankelijk van het verre buitenland voor de bevoorrading van essentieel materiaal. Zorgverleners, vooral in woonzorgcentra en de thuiszorg, beschikten niet over voldoende medisch beschermingsmateriaal. Stocks waren vernietigd en niet vervangen, bevoorrading met kwalitatief materiaal bleek amper mogelijk.
  • Verscherping van armoede. Het aantal mensen met zware financiële problemen steeg zeer snel, vooral bij kort geschoolde jongeren, kleine zelfstandigen, mensen die afhankelijk zijn van interim jobs… En velen nemen hun recht niet op. Veel miserie blijft verborgen: geen goed onderdak, onvoldoende toegang tot gezond voedsel, geen internet of de mogelijkheid zich te wassen.
  • Ouderen betalen de rekening. Grote oversterfte in de woonzorgcentra als gevolg van jarenlange verwaarlozing van de sector. En al bij het begin van de crisis kregen we te horen dat ouderen een lagere prioriteit kregen bij problemen met de capaciteit van de intensieve zorg.
  • Leerachterstand van maatschappelijk kwetsbare groepen. Ondanks inspanningen van leerkrachten bleek het onderwijs niet bij machte om alle kinderen en jongeren de schoolse ondersteuning te bieden waarop zij recht hebben. Ouders kunnen het niet overnemen van leerkrachten, en niet alleen omdat velen niet beschikken over de nodige technische uitrusting.
  • Versnippering van bevoegdheden en verantwoordelijkheden, en de gevolgen van krakkemikkige aspecten van zes staatshervormingen.
  • Kwetsbaarheid en afhankelijkheid van geglobaliseerde industrieën die onderdelen wereldwijd just-in-time aanvoeren.
  • Intergenerationele solidariteit kwam onder zware druk. Bij de coronamaatregelen werden zowel kinderen en jongeren als 65-plussers te vaak genegeerd door het beleid.
  • Het stilvallen van het culturele en lokale verenigingsleven en als gevolg daarvan een diep gemis bij zowel deelnemers, vrijwilligers en creatievelingen van of bij die activiteiten.

Maar ook

  • Wie de cruciale taken uitvoert. Verpleeg- en zorgkundigen, schoonmakers en vakkenvullers, leerkrachten en mensen in de distributiecentra, jeugdwelzijnswerkers en straathoekwerkers, enz. bleken plots de essentiële beroepen in onze samenleving.
  • De kracht van de sociale zekerheid. Heel veel sociale drama’s werden voorkomen door het versterkte systeem van technische werkloosheid, heel snel mee geoperationaliseerd door de vakbonden.
  • Brede steun en solidariteit. Van het applaus als steun voor de zorgverleners tot de vele lokale burgerinitiatieven. Dikwijls geruggensteund door lokale besturen en veelal op initiatief van lokale verenigingen zagen we allerlei concrete hulpacties om de meest prangende noden, zoals voedselbedeling, aan te pakken.
  • De mogelijkheid van een andere arbeidsorganisatie. In de praktijk blijken vele mensen grotendeels van thuis te kunnen werken. Met meer autonomie en minder burn outs. Minder verplaatsingen en dus minder files.
  • De herontdekking van de woonomgeving. Velen herontdekten hun buurt, hun buren, de natuur in de buurt, de lokale handelaar. Het vage principe van “nabijheid” werd plots heel concreet.
  • Enorme creativiteit bij culturele actoren, werkers en vrijwilligers van verenigingen. Zij probeerden op alternatieve manieren contact te houden, activiteiten te organiseren en het culturele weefsel op een maatschappelijk relevante manier in stand te houden.
  • Het belang van groene gebieden. De bestaande groene gebieden werden overstelpt.
  • Een adempauze voor het milieu. Minder industriële activiteit, minder uitstoot door auto- en luchtverkeer zorgden voor betere luchtkwaliteit met minder stikstofdioxide en minder fijn stof. Al staan de effecten nog ver van wat nodig is om de gevolgen van de klimaatverandering te beperken.
  • De politieke eensgezindheid waarmee we in België en in de Europese Unie beslisten om de tekorten op de begroting tot ongekende hoogte te laten oplopen en een grootschalig relancebeleid voor te bereiden. Bij hoge nood zijn we in de mogelijkheid om de grote financiële middelen mobiliseren.

En nu?

Nu de corona-crisis in België en West-Europa beheersbare vormen aanneemt, kijken we resoluut naar onze gemeenschappelijke toekomst en meteen ook naar de ecologische, sociale en economische uitdagingen.

We kunnen en willen niet terug naar hoe het was vóór de corona-crisis. Niet terug naar bezuinigen op uitkeringen, zorg, onderwijs of cultuur. Niet terug naar ongeremd de wereld rond vliegen. Niet terug naar steun voor ondernemingen zonder sociale en ecologische voorwaarden. Er is nood aan een nieuw evenwicht.

We applaudisseerden massaal voor de mensen in de zorg. Maar die waardering is leeg als we niets doen aan de werkdruk en onderwaardering. Daarom willen we niet alleen een premie voor hun werk tijdens Corona, maar een structureel betere verloning. Hun goed werk is cruciaal.

We beschikken over de mogelijkheden om de massale armoede terug te schroeven: de dreigende stijging is niet onafwendbaar.

Er zijn financiële middelen voor een doelmatig economisch en maatschappelijk relancebeleid en voor de aanpak van de klimaatverandering. Het zou onaanvaardbaar zijn om dat niet te doen: ze kaderen perfect binnen een relancebeleid en binnen de Europese green deal. België heeft alles te winnen bij een inschakeling in de Europese beleidslijn: onze economie is grotendeels verbonden met de rest van Europa.

Aanzet tot een gemeenschappelijk project

GroenPlus wil geen lineaire besparingen om de coronafactuur te betalen maar een doelmatig investeringsbeleid waarbij de overheid initiatieven neemt voor een duurzame relance en optreedt als locomotief voor ecologische renovatie, nieuwe werkgelegenheid en het herstel van het vertrouwen. Tezelfdertijd is er nood aan een krachtig beleid voor sociale bescherming van bevolkingsgroepen die als gevolg van eerder beleid of van de corona-crisis met armoede worden geconfronteerd. Voor dat tweesporenbeleid zijn de nodige financiële middelen beschikbaar of te mobiliseren: België blijft een van de rijkste landen ter wereld.

Een duurzaam economisch en sociaal investeringsbeleid

De overheid moet prioriteiten formuleren voor een toekomstgericht ecologisch investeringsplan waarin ze zelf initiatief neemt en waarop ondernemers en andere maatschappelijke actoren kunnen inspelen.

Hierbij moet de overheid terdege rekening houden met de adviezen van wetenschappers, bestaande overlegtafels en adviesraden.

Op korte termijn kiezen we voor het versneld uitvoeren van bestaande plannen die kaderen binnen de gestelde prioriteiten. Tezelfdertijd is er nood aan een structureel meerjarenplan waarbij we investeringen met overheidssteun koppelen aan maatschappelijke prioriteiten en afdwingbare milieu- en sociale voorwaarden.

Investeer o.m. in

  • Bouw en ecologische renovatie. In de sociale huisvesting wachten meer dan 150.000 mensen op een sociale huurwoning en een groot deel van de bestaande woningen smeekt om renovatie en isolatie. In de bouw en de renovatie van schoolgebouwen of de isolatie van overheidsgebouwen.
  • Mobiliteit en infrastructuur. Versterk de logistieke en transportinfrastructuur (zoals waterwegen) en het openbaar vervoer: spoor, stads- en streekvervoer. Herstel en onderhoud van bruggen, aanleg en renovatie van fietspaden, verbetering en uitbreiding van voetpaden.
  • Maatregelen die ons land voorbereiden op de klimaatopwarming zoals versnelde ontharding, aanleg van bufferzones, open maken van waterlopen en andere maatregelen om hemelwater vast te houden. Plant massaal bomen aan (ook in stadsbossen). Vergroen de publieke ruimte in steden en woonkernen. Herstel de biodiversiteit en investeer in natuur.
  • Maakindustrie en circulaire economie. Re-shoring van de productie van strategisch belangrijke voorraden (medisch materiaal, batterijen, computerchips…). Geef voorrang aan KMO’s en de sociale economie die zich richten op de regionale voorziening en bijkomende jobs creëren voor kort geschoolden.
  • Investeer in energiebesparing, in de productie van hernieuwbare energie, en in de opslagcapaciteit van energie met batterijen of accu's.
  • Duurzame landbouw en voedselveiligheid. Verzoen natuur en landbouw opnieuw en investeer in biolandbouw en in korte keten voedselvoorziening met lokale en regionale netwerken.
  • Investeer in de reconversie van zorg in grote voorzieningen naar kleinschalige en buurtgerichte zorg die vertrekt van nabijheid en betrokkenheid.
  • Sociaal weefsel. Versterk sociale en culturele organisaties, verenigingen en middenveldactoren: zij versterken de sociale verbindingen en vormen de ruggengraat van de informele solidariteit.
  • Maak hardware en breedband vlot beschikbaar, in het bijzonder voor onderwijs en vorming. Zorg voor educatieve ondersteuning voor iedereen.
  • Onderzoek en ontwikkeling. Investeer in fundamenteel onderzoek en laat onderzoek niet alleen afhankelijk zijn van industriële fondsen. Investeer in onderzoek naar de toepassing van nieuwe technologie voor de uitbouw van de circulaire economie.

Een doelmatig beschermingsbeleid  

GroenPlus vraagt

  • Een basispensioen voor iedereen. En de gedeeltelijke ontkoppeling van inkomen en arbeid door een systeem van veralgemeend basisinkomen.
  • Optrekken van de uitkeringen tot boven de armoedegrens en verhoging van de laagste lonen.
  • Heroriëntering van het Groeipakket naar sociale bijslagen voor gezinnen die het nodig hebben om de kinderarmoede te verminderen.
  • Effectieve maatregelen tegen structurele discriminatie op de arbeidsmarkt, de woonmarkt en het onderwijs. Herstel van de intergenerationele solidariteit . Ook wie niet actief is op de arbeidsmarkt maakt volwaardig deel uit van de samenleving. We kunnen de economie niet draaiende houden zonder ook de samenleving draaiende te houden.
  • Investeringen in het onderwijs om financiële en andere drempels weg te werken voor jongeren uit gezinnen in armoede. Bouw het model van brede school verder uit zodat alle talenten van alle jongeren kansen krijgen.
  • Elektriciteit en water beschouwen als basisbehoeften. Zorg voor een gratis minimum pakket en een progressief stijgende prijs bij groter verbruik. Verreken investeringen in hernieuwbare energie niet langer in de energieprijs maar neem ze op in de begroting.
  • Wegwerken van de sociale ongelijkheid in de zorg. Verhoog de verloning van verpleeg- en zorgkundigen en schoonmakers op de werkvloer, en zorg voor een personeelskader dat kwaliteitsvolle persoonsgerichte zorg mogelijk maakt. Geef mantelzorgers een sociaal statuut. Veralgemeen het systeem van de derde betaler en schaf de ereloonsupplementen in de ziekenhuizen af. Maak kwalitatieve (tand)zorg betaalbaar voor iedereen. Bouw wijkgezondheidscentra uit die ook inzetten op preventieve en geestelijke gezondheidszorg.

Een doelmatig financieringsbeleid  

Productieve investeringen zijn interessant voor de overheid: ze betalen zichzelf terug via belastinginkomsten en helpen de schuld te laten zakken.

GroenPlus pleit voor

  • Een crisislening om de investeringen te financieren. Tegen de huidige rentevoet verdient een lening zich snel terug.
  • Een tijdelijke crisisbelasting met een verregaande progressiviteit.
  • Sluiten van allerlei fiscale achterpoorten zoals belastingvrije schenkingen (bij erfenis) en afschaffen van vele aftrekposten.
  • Stoppen van onderhandse fiscale afspraken (rulings) met transnationale ondernemingen.
  • Afspraken op het niveau van de EU voor het afschaffen van de mechanismen voor belastingontwijking.
  • Een Europese belasting op kerosine en vervuilende scheepsdiesel.
  • Een grondige fiscale hervorming met een verlaging van de belasting op arbeid en een gedeeltelijke verschuiving naar belasting op vermogens. Start de opmaak van een vermogenskadaster.

GroenPlus wil niet weten van

  • Manipulatie van de indexkoppeling van lonen en uitkeringen. Die inlevering van koopkracht zou al te kwalijk zijn voor de laatste inkomensgroepen en voor ondernemers die aangewezen zijn op binnenlandse consumptie.
  • Verhoging van BTW op producten voor dagelijkse consumptie. Een dergelijke belasting houdt geen rekening met het inkomen en treft vooral de laagste inkomens.